London

In de avond van dinsdag twaalf april arriveerde ik voor de tweede keer in enkele maanden tijd in London. Deze maal had ik meer dan anderhalve dag om de metropool te bezichtigen. Ik zou er vier nachten doorbrengen op een luchtmatras in het appartement van een goede kameraad, en hopelijk de mooie kanten van de wereldstad leren kennen.

Woensdagochtend stonden we rond zeven uur op en tegen iets voor acht hadden we reeds het appartement verlaten, mijn gastheer naar zijn werk, ik de stad in. Vroeg in de morgen zijn er nog geen winkels of musea open, maar dat was geen probleem want mijn dagdoel was nog een eindje verwijderd. Ik stapte via Oxford Street, Regent Street en Piccadilly Circus naar Trafalgar Square om van daar verder zuid naar de Houses of Parlement te wandelen en langs de Big Ben door middel van Westminster Bridge de Theems over te steken. Eens aan de zuideroever van deze rivier volgde ik het Theems pad in oostelijke richting om zo naar Greenwich te trekken. Het wandelpad leidde me langs landmarks als de London Eye, Tate Modern en onder Tower Bridge. Aangezien het pad de Theems volgde, was het niet de kortste weg want de rivier legt een kronkelig parcours af, maar dat deerde me niet, het was immers een erg mooie, rustige route. In Deptford onderdrukte ik een opkomend hongergevoel met een pak kit-kats en een flesje cola die ik kocht bij een onvriendelijke handelaar. Rond half twaalf arriveerde ik in Greenwich. Ik liet het centrum voor wat het was en begaf me naar het National Maritime Museum waar ik een uurtje in ronddwaalde. Vervolgens was Greenwich Park met het Greenwich Observatory aan de beurt. Ik vond het lollig om er over de Prime Meridian te wippen en me dus afwisselend in het oostelijk en westelijk halfrond te bevinden. Iets na één besloot ik de terugtocht aan te vatten doch deze keer niet de Theems te volgen maar de rechte hoewel drukkere A200 naar Southwark Park te nemen. Eens het park voorbij, zocht ik weer aansluiting met het Theems pad om het te volgen tot het Tate Modern. Moderne kunst, op surrealisme na,  kan mij maar matig boeien aldus was ik was er sneller dan verwacht buiten waarna ik de Theems overstak naar de noordelijke oever. Mijn vader had me opgedragen een boek voor hem te kopen: The Spirit Level een non-fictie werk waarin Richard Wilkinson en Kate Picket aan de hand van uitvoerig statisch bewijs aantonen hoe er in de ontwikkelde industrielanden een correlatie is tussen een aantal maatschappelijke problemen (gaande van geweld over tienerzwangerscahppen tot geestelijke gezondheid) en de inkomensongelijkheid in een samenleving en hoe in een ongelijke samenleving zelfs de rijke bovenklasse minder goed af is dan hun evenknie in een gelijkere samenleving. Ik heb het boek aangeschaft in een Waterstone boekhandel in Soho na richtingsaanwijzingen van een vriendelijke politieagent. Ik begaf me naar Soho Square waar ik me op een bankje neerzette om wat te lezen in het zopas gekochte boek. Ik vond het makkelijke lezend, zeer interessant en inzichtrijk. Ik sloot de avond af in een Italiaans restaurant in Soho, waarvan me de naam ontglipt en waar ik smulde van een pasta en huisgemaakte tiramisu.

Ik opende mijn tweede ochtend in London met een bezoek aan haar parken. Ik trok naar Hyde Park om het van oost naar west te doorkruisen en aan te belanden in de Kensington Gardens. Ter hoogte van het Peter Pan standbeeld hield ik voor een eerste maal halt en zette me er op een bankje, enkele meters verwijderd van een onverschrokken reiger. Ik las er een hoofdstuk in the Spirit Level waarna ik via een omweg langs het Physical Energy sculpture en het Albert Memorial naar Hyde Park trok. Hier las ik opnieuw een hoofdstuk in mijn boek, ditmaal op een bank met uitzicht op de Serpentine. Vervolgens ruilde ik Hyde Park in voor St-James Park en herhaalde mijn activiteit voor de derde maal. Hierna had ik genoeg van de natuurpracht en wandelde noordwaarts via Piccadilly, Leicester square en Seven Dials naar het British Museum. Dit enorme museum slokte vele uren van mijn dag op, iets waarvan ik hoegenaamd geen spijt heb. Rond vier uur verliet ik het cultuur paradijs en trok zuidwaarts naar, weeral, het Tate Modern. Ik had er blijkbaar Ai Weiwei’s Sunflower Seeds gemist. Ai, zit sinds drie mei in de bak in China wegens ‘economische misdaden’, ik kon toch niet Tate Modern bezoeken en dan de huidige hoofdattractie niet gezien hebben. Honderd miljoen handgemaakte en geverfde porseleinen zonnebloemzaadjes. Amai Ai. Ik vond het eigenlijk best indrukwekkend. Een onverlaat had een muntstukje in het werk gesmeten en dit glinsterde bij het bezichtigen van het werk vanaf de balustrade op het eerste verdiep. Niet dat het de charme van het werk te ingrijpend aantastte maar het gebrek aan respect is wel stuitend.  Aan Tate Modern ligt een voetgangersbrug over de Theems naar St Paul’s Cathedral.  Ik heb deze gebruikt, en even rondom de indrukwekkende kathedraal gedraald. Het was reeds zes uur gepasseerd en dus was de kathedraal gesloten, ik vond het niet erg, want ik heb hem bij mijn vorig bezoek aan de stad bezocht. De avond afgesloten door gezellig te tafelen in een Israëlisch restaurant in St Christopher’s place, een kleine zijstraat van Oxford Street, niet ver van Hyde Park. Ik at er een lamsfilet die erg goed smaakte en sloeg voor eens het dessert over.

Ik vatte dag drie aan in Regent’s Park, las er enkele hoofdstukken en begaf me rond elf uur via Marylebone en Euston Road naar de British Library waar er naast geschriften van Mozart, Beethoven en The Beatles ook twee van de vier exemplaren van de Magna Carta uit 1215 en 1225 tentoon liggen. Aangezien de collectie relatief klein is, nam dit bezoek niet veel tijd in beslag en na een uurtje verliet ik de bibliotheek om zuidwaarts te wandelen naar de National Gallery aan Trafalgar Square voor hun enorme collectie aan schilderijen. Ik kuierde enkele uren tussen de meesterwerken. Hoogtepunten vond ik Peter Paul Rubens zijn Een herfstlandschap met uitzicht op het Steen,  het Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw van Jan van Eyck en de drie  Caravaggios ( 1 2 3 ).  Ik kreeg trek in een versnapering en trok naar de McDonnald’s in St Martin’s Lane, bestelde er drie cheese burgers en een grote cola om mee te nemen, keerde weer naar Trafalgar Square en verorberde er de gekochte waren  op een bankje met uitzicht op Nelson’s Column. Mijn honger was gestild maar mijn appetijt naar kunst niet, aldus bezocht ik in de Sainsbury Wing van de National Gallery de tentoonstelling over het werk van de Vlaming Jan Gossaert (1478-1532). Als student koste het me maar £5, hoewel ik voor deze prachtige werken gerust meer had willen betalen. Aangezien de exhibitie rond één artiest draaide, was ze niet groot en in een dik uur had ik alles op mijn gemak gezien.  Mijn laatste avondmaal, in London, bestond uit een uitstekende biefstuk en ditto spinazie-puree, gevolgd door een ijsje.

Zaterdagmorgen liep de wekker af om half 6, ik stond  moeizaam op, dankte mijn gastheer voor de goede zorgen en wandelde naar het St Pancreas station om er de trein naar Brussel van 6u58 te halen. Ondanks het vroege uur was er reeds heel wat volk in het station en het inchecken met de bijbehorende veiligheidsprocedures nam wat tijd in beslag. De treinreis zelve verliep vlekkeloos en al sporend naar Brussel las ik mijn boek uit, de laatste bladzijde omslaand niet ver van het terminus station.

Yours faithfully,

Robin

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.