Las Vegas

Het hotel te Zion bood geen gratis ontbijt maar wel een 10% korting bij het aanpalend restaurant, maar we vonden het ontbijtbuffet voor $13 wat aan de prijzige kant aldus opteerden we voor een 14 cent / stuk bananenfestijn in de supermarkt. We wuifden Zion uit, sloegen een volle tank benzine in te Hurricane en namen de Interstate 15 naar Las Vegas!

Toen na enkele uren rijden de stad in de verte opdoemde overviel een speciaal gevoel ons: de entertainment capital of the world was nabij. Maar Vegas moest wachten want we reden langs de stad verder zuid naar de Hoover Dam. Deze reusachtige betonnen constructie uit de jaren dertig van de vorige eeuw die de Colorado River afdamt en zo Lake Mead creëerde is ronduit indrukwekkend! Er was een file naar de dam veroorzaakt door een Security Check. Wij mochten door maar auto’s met een trailer werden gecontroleerd alvorens de steile afdaling naar de dam te mogen aanvatten. Trucks en bussen zijn verboden op het traject. Misschien dat de Amerikanen geen autokeuring hebben want we hebben al enkele keren voor een afdaling langs een highway een remsysteemcheckpoint gezien die verplicht is voor RV’s en vrachtwagens. We parkeerden op de $7 parking en wandelden over de Dam naar Arizona, aangezien de Colorado River hier de staatsgrens vormt tussen Arizona en Nevada. Zo waren we deze dag in Utah, Nevada en Arizona geweest. Nevada bevindt zich in de Pacific tijdzone, Arizona en Utah in de Mountain maar omdat Arizona geen zomeruur kent, loopt tijdens de zomer Arizona gelijk met Nevada maar in de winter met Utah 🙂

We staken de dam terug over, wandelden naar de auto en reden naar een Panda Express, een fastfoodketen gespecialiseerd in de Chinese keuken. Voor $35 smulden we van een uitgebreid maal ons buikje rond: njam!

We trokken naar ons hotel te Vegas, het Best Western Mardi Grass hotel op Paradise Road. We waren een uur te vroeg om in te checken aldus bevestigden we onze reservatie en besloten de Vegas Strip per auto te verkennen. Het duurde even voor we de Strip bereikten want de weg die we eerst kozen tunnelde er onder door. Na wat bochtenwerk kwamen we langs de zijkant van Caesar’s Palace op de Strip om op deze zuidwaarts te rijden richting New York-New York, MGM Grand en Luxor om te eindigen met een U-turn aan Mandalay Bay, waar die dag de Miss Universe verkozen werd. Noordwaarts reden we voorbij beroemde casino’s zoals Mirage, Paris en de Stratosphere naar Fremont Street, waar voordat de gigantische casino-resorts gebouwd werden alle actie in Las Vegas te vinden was.

Nu we een goed gedacht hadden waar de hoofdattracties van de stad te vinden waren en vooral hoever uit elkaar, was onze verkenningsmissie voltooid. Het was intussen na drie uur en aldus konden we inchecken. We reden terug naar het Mardi Grass, checkten in en installeerden ons in een ruime kamer. Het was rond vier en nog steeds verschroeiend warm aldus besloten we in de hotelkamer te blijven tot de avond viel om Vegas onveilig te maken. Intussen keken we  naar een deel van een gecensureerde versie van Gladiator en updatete ik mijn blog.

Om kwart voor zes trokken we de stad in. We volgden Paradise Road noord tot het eerste kruispunt en sloegen links in om zo langs Wynn op de Strip te komen. We wandelden een uurtje noord voorbij verschillende wedding chapels naar Fremont Street. De straat is autovrij en is overdekt door honderdduizenden ledlampjes die een geheel vormen als een ledwall. De bekende Las Vegas Cowboy staat er ook onder. Indrukwekkend! Terwijl we de straat afwandelden, doolden we door de verschillende casino’s, in een van hen is er een McDonald’s waar we een fountain drink namen. Ik stak een dollar in een eenarmige bandiet wat me recht gaf op vier beurten. Ik trok aan de hendel, won niets maar de hendel zat vast. De andere beurten werkte ik af met een knopje, wat toch niet hetzelfde gevoel van authenticiteit gaf als met de hendel. Onderweg namen we enkele foto’s met verklede straatartiesten in ruil voor een dollar. Fremont Street heeft een chill, gezinsvriendelijk en low-budget karakter.

Na dit wandelden we enkele kilometers zuidelijk naar de Stratosphere die met zijn 356 meter hoogte een van de dominerende landmarks van de Las Vegas skyline is. Een straatthermometer gaf 38 graden aan, en dit om 9u25! Toen we diezelfde thermometer zes uur later opnieuw zagen was het nog steeds 30 graden!   De toren heeft een attractie Sky Jump genoemd waarbij  je van de toren kunt springen begeleid door een kabel, geen bunjee. Toen we dit zagen, sloeg ons hart over en we trokken het casino in maar de $99 kostprijs zette een domper op onze vreugde. Er waren ook nog drie andere, weliswaar kleinere, attracties op de toren: de X-Scream, de Insanity en de Big Shot, die samen samen $24 kostten. Alvorens  met de lift naar de 108ste verdieping te stijgen moesten we door een Security Check. De verdieping is cilindervormig en de buitenwanden bestaan uit vensters. Aldus is er een 360 graden zicht op Vegas mogelijk, we genoten van Vegas by night en door de verlichting kregen we een idee van de uitgestrektheid van de stad. De Strip met de vele casino’s was duidelijk herkenbaar. Wauw!

De attracties waren wel cool. X-Scream gaf ons het gevoel in een treintje naar beneden te stuiken, Insanity liet ons in een draaimolen met een hoek van 60 graden  boven 300 meter niets zweven en bij Big Shot  werden we verticaal gelanceerd op de top van de toren. Tof!

Na de attracties gingen we naar het naburige Circus Circus en ontdekten we een McDonald’s waar ik een large coke dronk. Tegen onze verwachting  in begon de McDo te sluiten om middernacht. Bij het verlaten van het restaurant liepen we een arcadehall binnen. Ik ramde 50 cent in een knuffelbeergrijper en haalde er een Grote Smurf uit. Vegas kon al niet meer stuk!

De arcadehall sloot tegen half een waarna we Circus Circus verlieten en aan de overzijde van de Strip Encore binnen gingen. De luxe overweldigde ons en we wandelden doorheen de Encore naar de Wynn. We passeerden de exclusieve nachtclub XS waar er een uitzonderlijke verzameling mooie mensen aan de ingang stond aan te schuiven.

We verlieten Wynn en kruisten de Strip weer om de Mirage te bezoeken. Het casino is erg stijlvol en heeft een oase in de lobby. Aan een bemande BlackJack tafel zonder klanten besloten we een gokje te wagen. We vroegen of we bij de croupier geld voor chips konden ruilen en dit was mogelijk vanaf $50. We gaven $50 die meteen in een opening in de tafel verdween en ontvingen 2 chips. We hadden er meer verwacht en toen we aanvingen met 1 chip en de croupier naar een bordje wees, beseften we dat de minimum bet aan deze tafel $50 was. Bevangen in de heat of the moment gingen we ervoor. Joeri en Willem verloren, ik verdubbelde. Ik was 1 winnend spel verwijderd  van break-even voor de groep, dus speelde ik verder. Verlies, Winst, Draw, Verlies, Verlies. In minder als anderhalve minuut waren we $150 lichter, spijtig was dit geen luchtspiegeling. Einde oefening en we verlieten de tafel met een dubbel gevoel: treurig om het geld, gelukkig om te kunnen gokken in Vegas. Het laatste overwon en we gaven elkaar een high-five, waarbij de croupier het meest bedenkelijke gezicht ooit trok. Het ‘wat scheelt er toch met die mensen’ droop ervan af.

Na dit dolle avontuur bracht een rolband die over meer dan 100 meter strekte ons naar Caesar’s Palace. Dit casino uit 1966 was prachtig en groots. We dwaalden  erdoor maar gokten niet. We namen echter een verkeerde exit en bevonden ons aan de achterzijde van het casino op een weg die parallel liep met de Strip. We wandelden verder zuid op zoek naar een doorsteek maar die vonden we pas na enkele kilometers tussen Bellagio en New York-New York. We staken de strip over en wandelden langs de MGM Grand om de reusachtige leeuw, het icoon van de filmmaatschappij en eigenaar van het casino te fotograferen. Het was intussen kwart voor drie en we besloten terug te keren naar Fremont Street om een goedkoper gokje. Aangezien deze straat  aan de andere kant van de stad ligt en we toch al wat vermoeid waren besloten we een bus te pakken. Nadat we uit een automaat voor $3 elk een ticket hadden gehaald en stonden te wachten aan de bushalte voor de Flamingo bemerkten een aantal voorbij wandelende meiden de Grote Smurf die we al de hele avond meezeulden. Ze wilden ermee op de foto, een wens die we in vervulling deden gaan.

In Fremont was het echter doods, er was bijna niemand op straat en verschillende casino’s waren reeds gesloten. De uitputting was nog veraf maar zo fris waren we nu ook weer niet meer aldus namen we de bus, ticket was nog geldig al gaf de chauffeur er geen zak om, waarschijnlijk wegens het late uur. Aan Encore stapten we af en wandelden naar ons hotel. Onderweg sprong er een man over de 2 meter hoge omheiningsmuur van de Encore naar de straat toe en holde weg. Bizar ^^

De casino’s waren allen mooi, ze verschillen van interieur maar zijn gelijkaardig door de vele computerslotmachines waar vooral oudere/eenzame mensen hun geld erdoor jagen. Een casino binnengaan is simpel, er is geen dresscode of dergelijk maar verlaten is al moeilijker door de gigantische omvang en gebrek aan exit richtingaanwijzingen. Als er dan toch bordjes zijn dan sturen die je zigzaggend het casino door.

Tegen half vijf lagen we in ons bed te ronken.

Yours faithfully,

Robin

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.