Grand Canyon

Ik werd wakker en voelde onmiddellijk mijn voet. Ik stond op en begaf me als een kreupele naar het ontbijt. Dit was vrij uitgebreid met ontbijtgranen, verschillende fruitsappen waaronder vers geperst sinaasappelsap, verse fruitsalade en warme pannenkoeken met siroop. Het enige wat ontbrak was een plateau, aldus jongleerde ik met drie borden.

Na de maaltijd kroop ik terug naar de kamer waar ik een onwelriekend zalfje  op mijn enkel smeerde. Ik hinkte naar de auto en we reden naar de verschillende uitzichtspunten van de South Rim. Bij het eerste, het Yavapai Point, liet ik Willem en Joeri op hun eigen tempo gaan en deed ik een inspanning om het voetje voor voetje te halen. Toen ik mijn metgezellen kruiste tijdens hun terugtocht besefte ik dat het voor mij voor enkele dagen over-and-out was. Bij de overige viewpoints bleef ik ofwel in de auto zitten ofwel bleef ik er dicht bij. Het zicht op de Grand Canyon kon mijn gedachten verzetten want het is onwezenlijk mooi in al zijn grootsheid.

‘s Avonds aten we bij een Amerikaanse hamburgerketen genaamd Wendy’s. Ik bestelde een Tripple with cheese en een Strawberry Frosty Shake. De Tripple is beter dan de Tripple Whopper van Burger King maar kan qua smaak/prijs verhouding niet tippen aan de double cheese burger van McDonald’s.

De rest van de avond vulde ik spijtig genoeg doorop mijn bed te liggen en te kijken als een zombie naar draken van films: het flauwe Drumline gevolgd door een deel van Transformers: Revenge of the Fallen, die ik afzette toen mijn twee gezellen lagen te ronken.

Yours faithfully,

Robin

To the River

Op vrijdag de 13de wekte de wekker ons om 4u30 ‘s ochtends, waarna we met veel moeite uit ons bed klauterden. De zwelling van mijn linkerknie was afgenomen maar hij deed nog steeds pijn en mijn schoenen waren niet langer zeiknat maar toch nog licht vochtig. We droogden de koude waterflesjes die in een ijsbad lagen af, aten een halve sub en vulden onze rugzakken. We reden naar het park en om 5u35 begonnen we vol goede moed aan een tocht die ons van het plateau naar de Colorado rivier zou leiden. Een tocht die ons afgeraden was in het visitor center en waar er vele waarschuwingsborden over neergepoot waren.

Na minder dan een kwartier sloeg het noodlot toe in de vorm van een omgeslagen rechterenkel. Ik ging neer; dit overkomt me normaal nooit, maar vandaag, tijdens het summum van onze reis, dus wel. Ik vermande me, kroop kwaad recht en daalde verder af. Vijf minuten later herhaalde de geschiedenis zich en sloeg ik opnieuw mijn rechterenkel om. 🙁 Ik ging, harder als de eerste maal, neer. Ik voelde een helse pijn, schreeuwde het uit en vervloekte alle goden, maar ik weigerde op te geven: niet vandaag, niet in de Grand Canyon. Ik stond op en ondanks bevreesd te zijn voor een reeks van drie, die me dan de genadeslag zou geven en waarna ik misschien niet enkel een kruis zou mogen maken over de dag maar ook over de reis, daalde ik, traag en heel voorzichtig, verder af. Het deed zeer maar ik zou het verbijten. Om mijn metgezellen niet in mijn val in ongenade mee te sleuren zei ik dat ze gerust mochten verder gaan op hun eigen tempo om zo de rivier te bereiken want voor mij zat dat er waarschijnlijk niet meer in. Joeri die in beestige vorm was, ging erop in en daalde alleen af. Omdat het toch niet zo veilig was en overal wordt afgeraden de groep op te splitsen, lieten we hem beloven ten laatste om 10 uur rechtsomkeer te maken en aan de beklimming te beginnen. Willem die wat last had van zijn knie ( wat een bende invaliden zijn we toch ) besloot bij mij te blijven. Toen we om acht uur en na vier en halve mijl marcheren/manken het Indian Garden rustpunt bereikten, zetten we ons neer, aten we wat en overwogen we onze opties want hier splitste het pad zich op. Willem koos het pad naar Plateau Point wat een prachtig zicht over de rivier geeft van op 500m hoogte. Ik daarentegen besloot alsnog te trachten de rivier te bereiken, al was het nog ver. We namen afscheid en ik trok verder. Na een uur bemerkte ik een rode stip die naderde: het rode T-Shirt van de Joeri. Hij had de rivier reeds bereikt en was bezig aan de terugweg. Hij vertelde me dat het nog minstens een uur doorstappen was en dat het pad lastiger werd en doorheen mul zand leidde. Ik kon de Colorado River horen stromen in de verte, het klonk magnifiek en Joeri zei dat het zicht dat eveneens was; maar het was te ver. De noodzakelijke beklimming uit de Canyon zou nu al lang duren en hoewel het nog maar negen uur was, voelde ik de zon al branden. Ze zou enkel maar intenser worden en de temperatuur verder de hoogte in jagen. Ik gaf op en aanvaardde met pijn in het hart mijn nederlaag. Ik zou de Colorado River niet bereiken.

Ik rustte even op een rots en vatte samen met Joeri de beklimming aan. Niet veel later ontmoetten we enkele Amerikaanse toeristen die nog in Waterloo gewoond hadden, aldus onze taal herkenden en België fantastisch vonden. 🙂

Tegen kwart na tien waren we weer bij de Indian Garden waar we onze dorst lesten aan een kraan en ik mijn laatste stukje chocolade, dat reeds aan het smelten was, op. De gekoelde waterflesjes hadden het tot nu beschermd tegen smelten, maar nu het kwik over de 30 steeg, was er geen houden meer aan. Van de 10 halve liter flesjes waren er 6 opgebruikt en ik vulde ze bij. De kwaliteit van het plastiek was echter van abominabele kwaliteit en twee flesjes hadden een gaatje in hun bodem gekregen van leeg in mijn rugzak te liggen en daar de speelbal te zijn van de schokken en de volle flesjes. Desalniettemin vulde ik ze en droeg er een in elke hand met de bodem naar boven. Ze zouden de eerste slachtoffers van mijn ongetwijfeld terugkerende dorst worden.

Mijn beide benden deden pijn. Ik spaarde zoveel mogelijk mijn rechterenkel maar hierdoor belaste ik mijn gezwollen linkerknie en door de vreemde stappen die ik zette om beide te ontlasten, ontwikkelde ik blaren. Er lagen nog een paar uur klimmen voor de boeg: het zou afzien worden.

Om 13u40 bereikten we de eindstreep. Ik had het overleefd maar was kapot. Joeri daarentegen was nog tip-top. 🙂 Willem was al even boven, hij het Plateau Point bereikt en daarna in een ruk, zonder te rusten, naar de top geklommen. Ik kroop, bijna op handen en voeten de auto in en we reden naar de General Store, waar mijn metgezellen chocolade en frisdrank kochten terwijl ik in de auto bleef zitten.

In het hotel nam ik op mijn gemak een douche en liet mijn enkel in het koude water baden. Hij zag er leuk uit. De rest van de avond spendeerde ik op mijn bed met mijn voet op een kussen, hopend op een spoedig herstel.

Yours faithfully,

Robin

ps: foto van mijn enkel na een dag:

Sedona & Grand Canyon

We ontbeten in ons hotel te Scottsdale en het smaakte. We lazen de USA Today en ripten er een pagina met alle staten erop uit. Sinds het begin van de trip houden we bij van welke staten we al een nummerplaat hebben gezien. Het statenoverzicht vergemakkelijkte dit secondary objective van onze reis.

We zetten koers naar de Grand Canyon en onderweg stopten we in Sedona want het Slide Rock State Park is daar gelegen aan de Oak Creek. Slide Rock staat bekend om  zijn natuurlijke glijbanen over gladgepolijste rotsen en is dus een uitgelezen plek om te zwemmen. We parkeerden de auto in het park en wandelden langs de Oak Creek stroomopwaarts tot we een meertje vonden. We doken het koude water in en trokken wat baantjes. Dankzij de warme zonnestralen droogden we snel toen we uit het water waren en op de rotsen lagen. We trokken verder stroomopwaarts over de rotsen. Ik trachtte op een rots in de rivier te springen maar miste de rots op een haar en kwakte in het water waarna ik enkele meters werd meegesleurd tot ik eruit kon klauteren. Mijn schoenen waren volledig doorweekt. Ik liet ze even drogen maar dat bracht weinig soelaas, we keerden dan maar terug naar de auto. Toen we er bijna waren, gleed ik lichtjes uit en stootte mijn linkerknie keihard tegen een scherpe rots met een vingerdiepe kloof en een gezwollen knie tot gevolg. Ik mankte verder naar de auto, smeerde daar wat ontsmettingsmiddel op de getroffen knie en plakte er een pleister over. Wat niet zichtbaar is, bestaat niet! ^^

We reden verder Noord naar het Grand Canyon National Park. In het Visitor Center vroegen we naar de locatie van ons hotel, we hadden immers geen duidelijke gegevens op onze voucher, en informatie over onze geplande hike tocht van de volgende dag. Ze raadden ons formeel af om naar de Colorado rivier en terug te trekken in een dag: het is gevaarlijk en er was vorige week nog iemand gestorven van uitputting / uitdroging tijdens die tocht. Hij had wandelen in een temperatuur van minstens 38 graden Celsius onderschat. De horrorverhalen en de vele waarschuwingsborden konden ons niet op andere gedachten brengen. We waren zeker van onze capaciteiten en indien we ons goed voorbereiden dan zou het zeker lukken. We hadden een massa waterflesjes en wisten dat we die onderweg konden bijvullen op de verschillende rusthutten. We zouden ook chocolade kopen in de locale supermarkt voor snelle suikers, het enige wat ontbrak was een lunchpaket. Spijtig genoeg is er nergens in de South Rim van de Grand Canyon een Subway te bespeuren. De GPS gaf er een aan op 50 mijl! Maar wat is nu circa 80 km (enkel) voor een goede Sub 🙂 Zot als we zijn stapten we in de auto en scheurden naar de Subway, We aten een footlong sub als avondmaal en bestelden elk nog eens drie footlongs voor de volgende dag.

We keerden terug Noord naar de Canyon en zochten waar onze wandelroute, het Bright Angel Trail, startte zodat we de volgende ochtend geen tijd zouden verliezen. We vonden het zonder veel problemen en zagen de op handen zijnde queeste helemaal zitten.

Ons hotel lag zo’n tien mijl ten zuiden van het park in de gemeente Tusayan. Het lag verborgen achter een IMAX bioscoop, daarom hadden we het niet gezien toen we er passeerden op weg naar het Park. Aangezien we geen frigo op onze kamer hadden, plunderden we het, gratis, ice vending machine in de hotelgang van onze kamer en vulden ons bad met ijs om er onze waterflesjes in te leggen en daarna vulden we onze lavabo om er de subs in te leggen. Alles zou lekker koud zijn de volgende ochtend, We kropen vroeg ons bed in want we hadden de wekker op 4 u 30 gezet om zoveel mogelijk kilometers af te leggen in de frisse ochtend uren.

Yours faithfully,

Robin