Death Valley

De wekker liep af om zeven uur, ik tikte hem uit en viel onmiddellijk voor een uurtje weer in slaap. Voor we Vegas verlieten vulden we onze benzinetank want op deze dag vertrokken we naar Death Valley en in dit uitgestrekt National Park zijn er maar twee bezinestations die beiden bekend staan om hun extra dure naft.

De tocht van 250 kilometer leidde ons naar de gemiddeld heetste plek ter wereld en we voelden het! Op weg naar ons hotel hielden we halt bij Zabriskie Point voor een zicht op de omgeving en het gebergte rondom het park. Vanaf het uitzichtpunt klauterden we een steile aarden heuvel af om vervolgens een nauwe kloof te volgen die richting de parking leidde. We vonden zowaar een plas water in de kloof 🙂

We reden door naar het hotel waar we probleemloos onze kamer verkregen. Na ons te hebben geïnstalleerd volgden we dezelfde weg terug voor wat sight-seeing. Onze eerste halte waren de Mesquite Sand Dunes. We wandelden een halfuurtje door de zandduinen waarbij we ons in de Sahara waanden. Zand en hitte, de grond is nog een stuk heter en we voelden onze schoenen sterk opwarmen.

We reden verder zuid maar weken af van onze heenroute aan Furnace Creek. We stopten bij het trailhead van het Golden Canyon trail, die leidt naar Zabriski Point en in het verlengde ligt van de kloof waar we eerder in afgedaald waren. De volgende halte was de Devil’s Golf Course, een gebied van zoutkristallen dat heel ruw en prachtig is. Na even dollen op het golfterrein reden we verder naar Badwater Basin en Badwater Pool. Het Basin is een enorme zoutvlakte en is met een hoogte van 86 meter onder zeeniveau de laagste plek van het Noord-Amerika en Badwater Pool is een kleine zoutwaterpoel die aldus ondrinkbaar is en vandaar zijn naam verkregen heeft maar die desondanks vol leven zit, niet enkel met worpjes en vliegjes maar de poel is ook de thuis van een zeldzame slang.

Het kwik steeg tot 48 graden Celsius en de hitte was verschroeiend! Vooral de hete wind is erg. We zweten niet terwijl we wandelden, het zweet droogde misschien onmiddellijk op maar telkens we in de auto stapten, werden we in een oogwenk door en door nat.

Met Badwater hadden we niet enkel ons laagste punt bereikt maar ook het verste punt van de daguitstap. Op de terugweg maakten we een omweg naar Artist Palette om er de gekleurde rotsen te bezichtigen. Ik had sinds de massa pasta van de vorige dag niets meer gegeten maar ik begon honger te krijgen. We arriveerden tegen vijf uur bij het hotel te Stovepipe Wells, dat niets is buiten een hotel, bar, restaurant, general store. Zowel het restaurant als de general store profiteerden van hun monopolie positie. We negeerden het restaurant en ik kocht in de general store een large Sprite fountain en twee fudge sticks, een soort bevroren lolly, voor $2,86 ^^

We verorberden ons ‘maal’ op een bankje voor de winkel en bleven er nog een hele poos zitten praten. Om de dag af te sluiten reden we terug naar Zabriski Point voor een prachtige zonsondergang en maansopgang. Wauw!

Yours faithfully,

Robin