Bezoek

Op zaterdag 10 april werd ik wakker zonder zin om te blijven liggen. Ik kon niet wachten om de dag van start te laten gaan, want ik verwachtte bezoek van Bieke, Jeoffrey, Joeri, Timothy en Willem. De eerste twee zouden zowel zaterdag als zondag me op hun aanwezigheid trakteren, de laatste drie kwamen voor één dag. Ik ontbeet, bracht mijn kamer wat op orde en maakte me een weg naar het station, alwaar ik de zaterdag jongens trof. Hoewel de twee groepen per auto naar Straatsburg reisden, gebruiken we het station als trefpunt, omdat het makkelijk te bereiken is van de autosnelweg en er veel parkeergelegenheid is, zowel ondergronds als in parkeerhuizen.

In afwachting van de tweede groep, wandelden we naar Place Kléber en van  daar naar l’Ancienne Douane voor een Picon bière. Ik ben hoegenaamd geen fan van het mixen van bier met andere substanties maar voor dit maak ik een uitzondering: het is erg verfrissend. Nauwelijks hadden we besteld of ik ontving een sms dat mijn andere gasten zich op twintig kilometer bevonden: ideaal. We dronken ons bier en wandelden via de Grand Rue terug naar het station. Na de hartelijke begroeten besloten we te lunchen, het was immers al tegen één uur. In Rue du Maire Kuss aten we een tarte flambée: een streekgerecht en prima als lichte maaltijd.

Na het eten wandelden we opnieuw naar de Place Kléber en langs de Place Gutenberg naar het Amitel alwaar ik mijn kamer toonde aan mijn nieuwsgierige vrienden. Aangezien het een kleine kamer is en er geen zak te beleven valt, verbleven we hier niet lang; hoewel het gezegd moet worden dat Willem verdiept was in mijn poëzie collectie en met name in de bundel The Rose That Grew From Concrete. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

We volgden het water dat de binnenstad omringd richting Pont Kuss en kochten eclairs in Au Pain d’Elise, een salon de thé. Een waar genot om eclairs te verorberen zittend in de zon op een wijds plein. Nu was alle honger waarlijk verdreven en het volgende op onze tocht was de kathedraal, die van ver en dichtbij indrukwekkend is, maar van binnen niet echt wauw. Er zijn heel wat mooiere kerken op deze wereld. We kuierden door de steegjes rond de kathedraal tot we besloten onze opkomende dorst te lessen in op het terras van New Montmartre.

De namiddag naderde haar einde en we brachten de tijd die ons restte tot het avondeten door al slentert door de winkelstraten, mijmerend en herinneringen ophalend over ons gemeenschappelijk verleden. Ik had voor 18u45 gereserveerd in Maison Kammerzell, een oud en gereputeerd restaurant in het hartje van Straatsburg.  We komen binnen en de receptioniste leidt ons naar de sale d’attende. We zetten ons, babbelend en het interieur opnemend, tot een oudere vrouw die op enkele meters van ons zit, verschrikt opspringt, vragend kijken we haar aan en haar antwoord zal me nog lange tijd bijblijven: une sourire. 😀 Ik heb ze niet gezien maar dit was niet meteen de ontvangst die ik me voorgesteld had. Niet veel later werden we naar onze tafel op het eerste verdiep geleid. Ik koos voor de tarte à l’oignon als voorgerecht, de choucroutte Strasbourgeoise als hoofdgerecht en als dessert îles flottantes. Drie uitstekende gerechten, in een uitstekende omgeving; bon, de muis zullen we maar vergeten.

Na het drie gangen maal wandelden  we naar de Irish Times Pub voor een goed glas cider om onze gevulde magen te laten zakken. Dit was reeds de herfst van onze zaterdag, het einde was immers nabij. Rond elf uur wenste ik mijn vrienden en veilige reis en wuifde hun uit terwijl ze via de Boulevard du Président Wilson de stad verlieten.

Zij die restten, Jeoffrey en Bieke, wenste ik een goedenacht en een spoedig weerzien, wat ook gebeurde. Zondag om tien uur liepen we elkander helemaal toevallig tegen het lijf in de lobby van het Ibis hotel. Deze dag zouden we niet doorbrengen in Straatsburg maar wel in de streek boven Colmar. We reden naar Kayserberg, een klein en gezellig stadje, waar ze erg lekkere appeltaart verkopen.  Vervolgens begaven we ons naar Riquewihr, een klein en gezellig dorpje met een leuke hoofdstraat waar ze erg lekkere makarons verkopen. Een zakje van 200 gram voor zes euro. Vers gebakken en in een waaier van smaken: pistache, banaan, citroen, chocolade. Het weer op deze dag was minder mooi als voorgaande, en af en toe regende het lichtjes. Maar aangezien het niet donker was, waren deze in feite overbodig.  Ribeauvillé was de volgende stad op onze route, deze is groter dan de twee voorgaande en is de mooiste, want er liggen verschillende kasteel ruïnes op de heuvels die de stand opgeven. We klommen via een aarden pad, bezaaid met keien naar een uitzichtpunt over de stad. De zon was vanachter de wolken gekomen, wat de dag opfleurde. In dit uitzichtpunt zaten we een tijdje: genietend van de rust en van de schoonheid rondom ons, beseffend dat dit het hoogtepunt van de dag was. De namiddag liep ten einde, we wandelden naar de wagen en reden naar Straatsburg, waar we aten in de Mc Donnald’s. Ik hield het bij een Big Mac en een Mc Chicken. Na hun vertrek, begaf ik me huiswaarts en sloot de dag af door mijn zevende activiteiten rapport te schrijven.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin