La quatrième semaine

Donderdag in de cafetaria een vreemde ontdekking gedaan: Mijn oog viel toevallig op het ticket van mijn tafelgenoot en ik merkte dat ze tien percent minder betaalde dan mij voor dezelfde maaltijd. Ik vergeleek de beide rekeningen en zag dat mijn ‘Type Client’ gelijk was aan Aucun. Ik verifieerde de briefjes van de andere mee-eters en aangezien ik de enige was met dit klanttype rees het vermoeden dat ik per abuis serieus in de zak werd gezet. Er wordt niet in cash betaald in de cafetaria, aan de kassa toon je jouw lidkaart met je kamernummer op, en aan de hand hiervan gaat het bedrag van je krediet af. Mijn account was dus verkeerd geconfigureerd: zelfs na mijn uren moet ik mij bezig houden met IT Support! Ik de volgende dag naar de balie waar ik met een rekening in de hand informeerde naar mijn klanttype en de bediende begreep onmiddellijk dat het foutief was en corrigeerde de vergissing. Ik was waarachtig dolgelukkig. Ik neem altijd de dagschotel met een dessert, en dankzij de rechtzetting bespaar ik dagelijks 72 cent wat erop neerkomt dat ik vanaf nu elke dag dessert kan nemen zonder extra krediet aan te schaffen.

Zaterdagmorgen begon goed: ik zat online de krant te lezen toen ik me realiseerde dat het niet normaal is om het hout van de stoel tegen mijn huid te voelen terwijl ik een broek draag. Daar ging mijn Nieuwjaarsresolutie ‘geen kleren scheuren’, al was de oorzaak deze maal wel slijtage in plaats van het gebruikelijke roekeloos gedrag. Hoewel ik het spijtig vond, zette deze gebeurtenis geen domper op mijn dag en ik zette spoedig koers naar het station. Na zorgvuldig beraad heb ik besloten om op zaterdag 13 en zondag 14 maart Lyon te bezoeken. Waarom Lyon? Omdat de prijzen voor tickets voor Parijs op minder dan acht weken al te hoog waren en omdat Lyon nog net te doen is qua reistijd om te bezoeken in een weekend. Ik vertrek de zaterdag om zes uur en kom aan om elf uur en zondag vertrek ik om half zeven ‘s avonds en arriveer ik in Straatsburg rond middernacht. De tickets kosten 56 euro heen en terug. Zo heb ik al een lange trip in maart en april, en de kans is reëel dat er nog één volgt in mei.

Zaterdagnamiddag ben ik zo hoffelijk geweest om een damsel in distress uit de nood te helpen. Haar laptop vertoonde regelmatig het bsod (blue screen of death) en ik heb haar data gebackupd, de machine geformateerd en haar een nieuw besturingssysteem geïnstalleerd en geconfigureerd. Zelf in mijn weekend hou ik mij bezig met IT Support!! Kleine 6 uur voor alles goed te krijgen, merendeel van de tijd kroop in het kopiëren van haar 75gb aan muziek en films. Maar ik vond het wel plezant: instellingen in het Fins zijn cool 😀

Zaterdagavond nog een leuk feestje gehad en zondag chillen met de nieuwe House aflevering en mijn tweewekelijks activiteiten rapport geschreven.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

Gone hiking

Vandaag was een heel plezante dag, want ik ben met Jasper en Phil de Vogezen ingetrokken! Omstreeks negen uur vertrokken we richting Kayersberg, ongeveer 80 kilometer ten zuiden van Straatsburg en niet ver van Colmar. Hoewel ik aan het stuur zat, verliep de verplaatsing zonder incidenten. Rond half elf begonnen we aan onze wandeltocht vanuit het leuke stadje, dat op een hoogte van twee honderd meter ligt, naar Les Trois-Epis, wat ongeveer zes honderd meter boven zeespiegel ligt. De tocht duurde een kleine twee en half uur en leverde enkele leuke uitzichten op ondanks het feit dat de zon zich achter de wolken verborg en er wat nevel hing. De wandelroutes in de Vogezen zijn erg goed aangeduid, de kaart die ik bij me had was eigenlijk overbodig, al is het fijn om een overzicht van de omgeving te hebben. Hoewel de meeste paden sneeuwvrij waren, lag het witte goedje hier en daar nog vervaarlijk te blinken en was het soms oppassen geblazen, desalniettemin ben ik niet neergegaan, al was het af en toe bijna prijs. Les Trois-Epis is een erg klein dorp en we prezen onszelf gelukkig dat er een bakkerij open was. Toen ik er een chocolade, vanille en mokka eclair bestelde en de bediende ze op drie bordjes legde, was er even hilariteit toen ik corrigeerde: non non, c’est seulement pour moi. Ik vind dat eigenlijk niet zo barbaars veel, en zeker niet na een winterwandeling. Maar ze smaakten en dat is het belangrijkste!
Na de rustpauze trokken we naar het hoogste punt van de dag: een enorm Christusbeeld op 713 meter hoogte, met adembenemende zichten, niet enkel van de nabije omgeving maar boven de mist en wolken konden we majestueuze alpentoppen zien. Vervolgens daalden we af richting Ammerschwihr maar daar aangekomen was het spijtig genoeg uit met het relatief mooie winterweer want het begon zachtjes te druppelen, en dit met nog een klein uurtje te stappen voor de boeg. Al bij al kwamen we droog aan in ons eindpunt, en na even rond te dwalen in het stadje besloten we een restaurant te zoeken. Niet enkel omdat het intussen wat harder regende maar vooral vermits we intussen uitgehongerd waren. Uitmuntende zuurkool, hét streekgerecht van de Elzas, werd mijn deel, met worsten, lapjes ham en spek en twee gebakken aardappels, en dat voor nog geen acht euro.
De terugrit was vrij vermoeiend, want voor een zondagavond was het tamelijk druk op de autosnelweg en de regen en opkomende mist (sluiten die elkaar normaal niet uit?) maakten het er niet makkelijker op, desondanks zijn we veilig aangekomen in Straatsburg en ik heb bovendien nog een prima parkeerplek gevonden. Ik kan nu mijn wagen zien van mijn balkon en het geeft me altijd een leuk gevoel als ik weet dat hij nog niet verdwenen of gevandaliseerd is.

Hoewel ik de tocht goed verteerd heb, weet ik zeker dat ik goed zal slapen vannacht en het zal niet lang  meer duren voor ik in mijn bed kruip, dus bij deze:

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

Ps: Klik hier voor de foto’s getrokken met mijn gsm, dus de kwaliteit is niet geweldig  maar het geeft toch een indruk.

La troisième semaine

Dinsdag 19 januari had ik een serieuze dip. Ik zag mijn stage niet meer zitten en dacht eraan om er helemaal de brui aan te geven. Ik was het niets doen zo beu. Mijn functie is IT Support, dat betekent als er zich problemen voordoen dat je ze moet oplossen. Maar wat als er zich geen problemen aandienen, als alles op rolletjes loopt, als niemand je belt of mailt of een chatsessie opent? Wel, dan zit je daar, in je bureau, naar je schermen te staren, in alle eenzaamheid, een gevoel dat nog versterkt werd aangezien ik maandag, dinsdag en woensdag de enige IT afgevaardigde op de Weyersheim site was. Alleenheerser van mijn vijftien vierkante meter. Eén dag gaat dat nog, maar een week of meer? Ik heb dagen gehad dat het summum het wijzigen van een gebruiker zijn schermresolutie was. Maar ik was blij dat ik hem kon helpen, hij ook trouwens, twee en half jaar studie welbesteed! Hoe vul je jouw dag dan? Door bijvoorbeeld duizend keer je mailbox te openen, niet die van het werk want Outlook staat altijd open, hunkerend naar aandacht. Online kranten lezen helpt ook om de tijd te verdrijven, ik volg er een tiental uit zes verschillende landen, en ten slotte is er als laatste redmiddel het naar de horizon turen.

Woensdag heb ik een mail geschreven geadresseerd aan mijn chef, hogere chef en nog hogere chef waarin ik mijn situatie uitlegde en waarin ik om werk vroeg. Niet veel later kwam de nog hogere chef mijn kantoor binnen en we hebben een vruchtbaar gesprek gehad. Januari wordt beschouwd als een inloop maand om het bedrijf wat te leren kennen en er staan een hele boel projecten op stapel dus binnenkort zal ik verzuipen in het werk, of zo verzekerde hij me. Ik kijk er naar uit: dan kan ik daarover een kankerende blogpost schrijven. In ieder geval verbeterde het gesprek mijn humeur en kijk ik weer vol goede moed tegen de volgende maanden aan.

Van vrijdag 13 maart tot zondag 15 organiseert het Amitel een skiweekend, en die woensdagavond was er daar een vergadering over. De kostprijs wordt geschat rond tweehonderd euro want het Amitel neemt het verblijf en transport voor zijn rekening. Lijkt wel cool, maar na het te overpeinzen heb ik besloten dit aan me te laten voorbij gaan. Ik heb geen ervaring, geen kledij, etc en met mijn motorische vaardigheden is het een wonder dat ik nog nooit iets gebroken heb, misschien moet ik het niet gaan zoeken.

Wat ik wel gedaan heb, is een ticket heen en terug gekocht naar Parijs! Op 17 en 18 april dwaal ik door de straten van de Lichtstad. Ik heb vrij lang aan het automaat gestaan, niet enkel omdat het een vrij gevoelloos touchscreen had maar vooral omdat ik een zo goedkoop mogelijke trein zocht, en ik denk dat het me gelukt is: heen zesendertig en terug tweeëntwintig euro. De kans is trouwens reëel dat ik in mei een tweede weekend ga, het is immers een grote stad. Er is wel een risico aan mijn treintickets: als de trein niet rijdt, door staking, panne of goddelijke interventie dan moet ik niet rekenen op compensatie. A h ja, living wild!

Vrijdagavondavond ben ik naar de nieuwe Clint Eastwood film Invictus, met Morgan Freeman en Matt Damon gaan kijken. Hoewel niet superfantastisch toch een erg goede film. Voorafgaand via Internet alle bioscopen van Straatsburg gescreend om een ongedubde versie te vinden en gelukkig had ik prijs. Ik heb ook het ongelimiteerd filmabonnement voor twintig euro per maand doorgelicht, en het was zoals ik vreesde: minstens voor twaalf maanden zit je vast aan het abonnement. Spijtig.

Vandaag was eindelijk de dag aangebroken dat ik een Franse zichtrekening kon openen. Dit ging heel vlot ondanks dat het volledige gebeuren in het Frans verliep. Ik heb er zelfs een Visa kaart gratis bovenop gekregen. Aangezien een Visa kaart past in mijn invasie van Amerika plannen vond ik dit een heel leuke verrassing van de bank en ik informeerde dan ook hoe het zat met de tarieven voor geld uit de muur te halen in de VS. BNP Paribas heeft een partnerschap met een Amerikaanse bank en bij deze is er geen toeslag. Hip hip hoera.

Na de bank zette ik koers naar het Office du toerisme van Straatsburg voor een wandelkaart van de Vogezen maar dit vrij kleine kantoor had dergelijke kaarten niet ter beschikking en raadde me aan eens te kijken in de Fnac. Hier vond ik niet enkel een wandelkaart maar stootte ik ook op een exemplaar van Le Comte de Monte-Cristo van Alexandre Dumas voor zes euro, en ondanks het geringe bedrag is het boek op deftig papier gedrukt. Hoewel ik veel woorden, nog ^^, niet begrijp, versta ik toch een omvangrijke hoeveelheid en aangezien dit eerste deel al een turf van acht honderd bladzijden is, heb ik vertrouwen dat tegen de tijd ik de laatste bladzijde van het tweede en laatste deel omsla, mijn kennis van de Franse taal vet veel verbeterd zal zijn.

Nog een bericht voor zij die Straatsburg wensen te bezoeken en overnachting verzoeken chez Robin: In het huisreglement is opgenomen dat ik één gast mag te slapen leggen voor zeven euro per nacht, veldbed en ontbijt inbegrepen. Het ziet ernaar uit dat er geen decadente kotfeestjes, met twee of meer niet-amintel bewoners, zullen plaatsvinden. Sorry guys, in mijn gebouw wonen er mensen van de staf. 🙁 Desalniettemin: de eenzame bezoeker is altijd welkom!

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

La deuxième semaine

Mijn collega Istvan is uit mijn leven verdwenen: dit was zijn laatste week bij Haldex. Dat vind ik best jammer want na het zwoegen en zweten op het werk liftte ik met hem mee naar Straatsburg, waar hij me op een kleine twintig minuten wandelen van het Amitel afzette. Vanaf heden zijn treinstakingen weer een potentiële bedreiging voor mijn geluk, een niet zeldzaam verschijnsel hier in Frankrijk. Vorig weekend werd er ook al gestaakt maar niet op mijn lijn, wat de lijn Straatsburg-Hagenau is. Vrijdag, 16 uur: Istvan has left the building. En wat deed ik? Zijn bureau inpikken natuurlijk! Hij had immers een 24″ monitor gekoppeld aan zijn dockingstation, wat vijf inch meer is als de mijne. Terwijl ik aan het genieten was van mijn verovering en alle knopjes ervan aan het uittesten was, bemerkte ik dat de buit met de digitale aansluiting was verbonden. I had a cunning plan. Hoewel ik een verwoed Blackadder fan ben en al lang wacht op een opportuniteit om deze catchfrase te gebruiken, zou ik me toch beter focussen op de Franse taal, aldus: J’avais un plan de la ruse! Ik haalde een tweede monitor uit de voorraadkamer en sloot deze aan op de analoge uigang van het dockingstation. Zo heb ik nu een 24 inch monitor voor het echte werk en een 19″ waar outlook op gemaximaliseerd staat! Wijlen Istvan zijn bureaustoel heb ik wel gedumpt, veel te zwaar en te log. Doch het is niet allemaal rozengeur en maneschijn, samen met zijn bureau heb ik ook zijn telefoon in mijn bezit en meer specifiek zijn telefoonnummer. Vanaf maandag zullen alle gebruikers die problemen hebben met het ERP-systeem Axapta en radeloos naar Istvan zijn nummer bellen in hoop op verlossing mij aan de lijn krijgen. Ik vrees dat ik hen alles behalve verlossing zal schenken en de kans is reëel dat vanaf dan voor sommige onder hen wanneer zij in hun wildste nachtmerries telefoneren er aan de andere kant wordt opgenomen met “Bonjour, avec Robin”.

In het Amitel liggen er tal van infobrochures van culturele activiteiten, ook zo van UGC wat een grote bioscoopketen is. Deze week werden een aantal topfilms van 2009 eenmalig herspeeld wat me de unieke kans gaf om Slumdog Milionaire voor de derde keer, ik ben echt wel zot van deze film, in de cinema te zien en dat aan de voordeelprijs van drie euro. We dronken een biertje voor de voorstelling in de loungeroom van het UGC. Een Kronenbourg 1664 en het smaakte best lekker. Kronenbourg is niet enkel een echt Straatsburg’s bier, hoewel nu eigendom van Scottisch & Newcastle, het is ook de best verkochte Franse pils. Terwijl we het bier degusteerden kwam een mede-Amitel bewoner ons begroeten en tijdens de babbel vermelde hij dat er zoiets bestaat als de carte UGC illimité. Voor 20 euro per maand zoveel film als je aankunt! Volgende week eens kijken wat voor administratie ik moet uitvoeren om deze voordeelkaart te ontvangen. In het Frans gedubde doldwaze zever: hier kom ik! Slumdog Milionaire was gelukkig een VO, een Version Originale. Met een bijna bovenmenselijke inspanning heb ik het droog weten te houden tijdens de film, ik had weinig zin in een potje wenen in gezelschap dat ik nog maar een grote week ken; volgende gelegenheid wordt tranen met tuiten! ^^ Na de film lekker decadent gedaan: een Big Mac binnengewerkt voor de smaak en dan op zoek naar een pita bar. Blijkbaar sluiten er een hele boel al om 1uur, ook zo de zaak waar ik zes jaar geleden een kebab gegeten heb tijdens een anderhalf uur durende stop in Straatsburg toen ik met mijn middelbare school van een twee weken durende Italië busreis huiswaarts keerde. Wat trouwens mijn enige bezoek aan deze stad was voorafgaande deze stageperiode. Het vinden van een establishment bleek een uitdaging maar na enig speurwerk vonden we er een. Hoewel ook deze niet lang meer open ging zijn, zijn kebab brood was zelfs al op, zodanig dat ik een kebab gegeten heb in een opengesneden baguette. Wat me zeer goed beviel!

Vandaag, zaterdag, eens goed uitgeslapen, zelfs ontbijt gemist maar dankzij de late snack had ik er niet echt behoeft aan. Ik heb de dag gevuld met brieven posten, marsepein kopen, verslagen schrijven en blogsposts posten. Ik ben content.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

Crossing the border

De week begon goed: maandagmorgen was ik vrij vroeg aan de bushalte, ik wachtte er samen met een kleine vijftien mensen. De bus stond er maar de buschauffeur was nergens te bekennen, hoewel er al een vrouw in zat. Na vijf minuten daar te staan, in de sneeuw en de vrieskou, verzet die vrouw zich naar de chauffeurstoel en opent de deuren. Kunt ge godverdomme nog meer een schaap zijn: ons daar een beetje laten verkleumen. Vertrekt dat schepsel nog een minuut te vroeg ook. Ik wenste hartsgrondig dat haar ruitenwisser-sproeisel op zou blijken te zijn; driewerf helaas, ze rijdt nog steeds met een propere voorruit!

Dinsdag 12 januari beloofde om een speciale dag te worden. Ik was uitgenodigd om een vergadering van de voltallige IT staf van Haldex Centraal Europa (CE) bij te wonen, waar de visie voor de volgende jaren zou worden uiteengezet door de IT manager voor CE. De vergadering zou plaats grijpen te Heidelberg, een charmant Duits stadje met een beroemde universiteit en een grote Haldex vestiging, gelegen op een goede 140 kilometer van Straatsburg. Mijn collega David heeft geen auto en stelde voor om te carpoolen, waar ik geen problemen mee had. Maar ik had hem verkeerd begrepen: in plaats van te carpoolen met mijn voertuig, wou hij carpoolen met een bedrijfswagen. Is dat dan mogelijk? Geven ze dat aan mij? Ja hoor, geen probleem, gewoon mailen of de auto beschikbaar is en een handtekening zetten. En zo geschiedde: maandagavond kreeg ik de sleutel en een mapje met de inschrijvingskaart, verzekeringsgegevens én een bankkaart voor een Ford C Max. Die avond toen mijn shift erop zat was het reeds pikdonker en sneeuwde het. Eerst alle sneeuw van de ruiten verwijderd, dan me op mijn gemak aan het stuur gezet en vervolgens gekeken waar alle knopjes en dergelijk staan en wat ze betekenen. Die bak reed vrij lekker, heel comfortabel, enkel is zijn eerste versnelling wat gevoelig. Het is moeilijk om hem aan te voelen en zonder veel lawaai te vertrekken. De idee was om hem te parkeren aan het appartementsgebouw van David omdat daar privé parkeerplaatsen zijn. In de tweede week van mijn stage, in een land waar ik de taal niet totaal beheers met een auto rijden die ik niet gewoon ben en die breder is als de mijne: ik was niet erg op mijn gemak, vooral op de kleinere straatjes en bij het manoeuvreren op de autostrade. Bij het oprijden van de autosnelweg was het wat sneeuwen uitgegroeid tot een ware sneeuwstorm: gezellig! Mijn vrees was ongegrond want ik heb de wagen veilig bij David geleverd en er had maar één auto me trachten aan te rijden. De wandeltocht naar het Amitel duurde een kleine twintig minuten en gedurende leerde ik de universiteitsbuurt van Straatsburg kennen. Al had ik vooral aandacht voor hoe ik aan het wandelen was want ik zou immers de volgende dag in de vroege uurtjes de omgekeerde trip moeten maken. We werden in Heidelberg verwacht tussen acht en half negen, dit betekende vertrekken bij David rond half zeven, wat impliceert: uit mijn bed, tien voor zes.

Aangezien David deze expeditie al eens ondernomen had, was hij dinsdag de chauffeur. Het was glad noch druk op de weg, aldus verliep de reis spoedig. Enige hindernis was de eeuwige spatjes op de vooruit van het opspetterend zoutwater. David tikt de schoonmaak knop aan en blijkbaar is het ruitenwisser-sproeisel op. Hij: merde, I can’t see a thing; ik: that’s why I let you drive. Gelukkig was de zon nog niet op. Ondanks de ontbering van een gps hebben we Haldex Heidelberg vrij makkelijk gevonden. De vergadering duurde van negen tot twee en was erg boeiend met als hoogtepunt een gratis lunch. Waar ik wel vrij verrast van was, was dat de voltallige IT staf voor CE bestaat uit zeven mensen, mezelf inbegrepen. Als alle veranderingen en verbeteringen voltooid zullen worden op het gehoopte schema dan liggen er drukke dagen in het verschiet. Tijdens de discussie rondes, feedback en dergelijke had ik weinig in te brengen: ik ben anderhalve week bij het bedrijf, blijf zes maanden en vond alle voorstellen vrij onderbouw. Na de bijeenkomst hebben David en ik nog een collega uit Hoff, wat aan de Tsjechische grens ligt, naar het station gebracht, waardoor we wat uit de richting waren en het even duurde voordat we onze autostrade naar Straatsburg terugvonden.

Ik twijfelde om dinsdag de auto nog naar het bedrijf te brengen: het was namelijk nog maar half vijf toen we in Straatsburg aankwamen. Hoewel het mooi weer was, dacht ik dacht laat maar zitten: als ik het morgen doe, is dat veel tijdefficiënter. David telefoneerde naar het bedrijf om na te vragen of de auto woensdagmorgen niet beschikbaar diende te zijn maar het was in orde.

Woensdagmorgen had ik toch een dubbelgevoel bij mijn keuze: het sneeuwde hevig en de auto stond geparkeerd  met zowel voor als achter hem een andere wagen op korte afstand. De wagen, wiens afmetingen ik niet gewoon ben en wiens eerste versnelling niet ongemeen subtiel is, eruit wurmen bleek een uitdaging: verschillende keren voor achter,  af en toe stilvallen en non-stop veel rook & lawaai. Maar na een minuutje was hij toch bevrijd en hij staat nu heelhuids geparkeerd op de bedrijfsparking! En over dat kleine akkefietje met de deur en de stoep toen ik mijn rugzak op de voorzetel zette zwijgen we.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

La première semaine

Donderdagmorgen zat ik met een slaapkop aan de ontbijttafel om kwart voor zes. Ik had nog veel te doen voor de werkdag begon. Eerst en vooral mijn auto vijftig meter verzetten zodat hij in de wijk stond en mijn macaron bruikbaar werd. Dan naar het station voor een treinabonnement, wat heel vlot liep: papier afgegeven, drieënvijftig euro betaald en ik kreeg mijn treinkaart. Deze ziet er leuker uit als in België: bankkaart formaat met mijn naam en foto op. Geen gesukkel met moederkaarten waar ge een ticket moet insteken en dat nauwelijks in de portefeuille past. Met deze kaart die ik maandelijks aan een automaat kan herladen, kan ik naar mijn werk zowel via trein als via bus: als het maar eigendom is van de SNCF (Société Nationale des Chemins de fer français) is. Ik ga proberen of mijn bedrijf niet tussenkomt in mijn abonnement kosten maar ik hoop er niet op. Vervolgens op naar een bank voor het openen van een zichtrekening, die gaan open om 8:30 dus men timing was krap maar het zat snor. Ik kom daar binnen : Bonjour, je voudrai ouvrir un compte. Goed: we zullen u een afspraak maken voor volgende week. !? Qu’est-ce que vous dites? Een afspraak voor volgende week voor het openen van een rekening, wat, moet ge mij eerst screenen bij de veiligheidsdiensten ofzo? Er is blijkbaar maar ene mens in het kantoor die de bevoegdheid heeft om een rekening te openen en die werkt tussen 9 en 5, toevallig: ik ook! Eigenlijk tussen 10 en 6, maar de ‘ik ook’ vind ik dramatischer. Ik maak duidelijk dat het niet zal lukken en ik word verwezen naar een ander kantoor dat op zaterdag open is. Ah, ik heb twee van mijn drie ochtend taken vervuld dus mag ik niet mokken. Ik neem de bus van 9u25 en ik heb me die donderdag nog fameus mogen reppen om hem te halen. Ik zit in de bus op de autostrade en de voorruit is vrij smerig van het opspattend zoutwater. De buschauffeur tracht zijn voorruit schoon te maken maar de ruitenwissers verspreiden enkel de smurrie. Aha: iemand zijn ruitenwisser-sproeisel is op! Ik zal de werkdag starten met een grote glimlach. Wie de pointe niet heeft, is iemand die geen trouwe lezer is en die dringend de blogpost “On the road” dient te lezen en te memoriseren!

Na een busrit van vijfentwintig minuten, wandel ik gedurende een grote tien minuten samen met mijn collega David naar het werk. Huiswaarts is nog simpeler: collega Istvan zet David en mij af in Straatsburg, een kleine twintig minuten wandelen van mijn kot.

Hoewel het werk vrij vlot verliep op donderdag en vrijdag was ik desalniettemin erg blij toen het weekend aanbrak. Ik vond het immers een erg vermoeiende week. Het deed deugd dat ik eens kon uitslapen: vijf voor negen opgestaan en dat enkel maar omdat ik in de veronderstelling was dat het ontbijt sloot om negen. Een spijtige dwaling: op zaterdag kun je ontbijten tot half tien, ik had dus nog een half uur kunnen maffen. Ik was zelfs aan het overwegen om het ontbijt over te slaan, doch achteraf gezien maar goed dat ik opstond want het is eerder onverwacht een erg sociale dag geworden. Aan de ontbijttafel mensen teruggezien van het driekoningenfeest en ik ben aan tafel blijven plakken terwijl er mensen doorgingen en bijkwamen tot het me doordrong dat ik toch eens een bezoek moest brengen aan een bank voordat deze sloot. Bleek dat ik niet de enige was die naar de bank moest en toen we goed en wel waren weergekeerd was het tijd voor de lunch. Bij de bank een afspraak gemaakt voor zaterdag 23 januari om 10uur. Dus met wat geluk heb ik over veertien dagen een Franse zichtrekening en kan ik naar de volgende fase van La Quête des CAF , wat geld schooien van de Franse staat inhoud.

Het was fijn om eens te lunchen, op mijn stage kun je ook wel lunchen, gewoon uit een lijst een bestelling geven bij de receptie en ‘s middags kun je smullen maar ik heb besloten de middagmaaltijd van het menu te schrappen en met het uitgespaarde geld een weekend Parijs te bezoeken. Een gebeurtenis die waarschijnlijk half maart zal plaatsgrijpen. Als ik vroeg genoeg boek dan kan ik met de TGV vanuit Straatsburg in twee uur in Parijs staan voor 31 euro. Als ik doorzet met dit plan en effectief boek dan zal ik de data bekend maken, moesten er mensen zijn die me toevallig tegen het lijf willen lopen in het Louvre.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

La Quête du macaron

Aangezien ik per auto naar Straatsburg ben gekomen, dien ik deze ook ergens te zetten en aldus regelmatig geld in een machine rammen, wat natuurlijk geen duurzame oplossing is. Bij mijn aankomst had ik reeds geïnformeerd naar gratis parkings in de buurt. Ergens tamelijk ver weg was het antwoord maar men vertelde me over het bestaan van een bewonerskaart die af te halen was in het hôtel de ville in ruil voor tien euro en een attest van domicilie. Mijn ogen fonkelden al en aldus begon mijn eerste queeste. Want zonder een goedkope en langdurige wijze om mijn auto te parkeren kan ik niet met de trein naar het werk. Maandagavond heb ik de administratie met Amitel voor een groot stuk geregeld en zo twee attesten ven domicilie bekomen. Dinsdagmorgen  de locatie en de openingsuren van het hôtel de ville opgezocht en rond negen uur wandelde ik het enorme gebouw binnen. Ik naar de receptie: bonjour, men verhaal ruwweg gedaan en gepolst of Engels een optie was, oei. Hier gaan we: une carte pour le parking, neen geen stadsplan, pour le parking, euh, le stationnement, neen geen parkeerschijf, j’habite en Strasbourg pour six moins et je voudrai une carte pour le stationnement pour un mois. Derde verdiep, lokaal 354, merci beaucoup et au revoir.

Zes liften, tien verdiepingen: ik stap in op nul en druk op drie. 1, 2, -1,0,3,4, uitgestapt, merde. Mijn koninkrijk voor een trap! Ik doe een deur open naast de trappen die er toegang-tot-een-trappenhal-achtig uitziet. Mis: een berging en wat een wanorde! Snel toe gedaan en met de lift naar het derde. Bureau 354 relatief makkelijk gevonden, kloppen en binnen. Mijn uitleg opnieuw gedaan maar intussen ben ik natuurlijk geoefend. Of ik een kopie van mijn inschrijvingsbewijs van de auto bij heb? Nog vragen of er ook andere documenten benodigd zijn en einde oefening. In de avond kan ik in het Amitel wel een kopie bekomen.  Zo geschiedde en op het werk iets belangrijks bijgeleerd, mijn graal heet un macaron. Gedaan met vage omschrijvingen! Ik weet dat l’hôtel de ville opent om acht dus tien na acht ik voor bureau 354 en merk ik dat dit bureau pas opent om half negen. Gelukkig staat er een stoel bij de deur. Formulier ingevuld en door verwezen naar het bureau “Recette des Finances” op het gelijksvloer voor de betaling.  Onmiddelijk zes maanden, zestig euro, geen geloop meer. Met de kaart betalen is clean and simple maar hij pakt niet. Ik zie de vrouw achter het loket zenuwachtig klikken en er komt iemand anders bij, ik bied een andere aan: zelfde resultaat. Geen probleem want ik heb nog wat geld op zak en met het krijgen van een groen kaartje voltooi ik de quête du macaron al ben toch niet echt gelukkig dat blijkbaar mijn bankkaarten niet werken in Straatsburg.  Aan een benzinestation zou dat veel minder zijn. De lichte paniek krijgt geen houvast want uit de muur halen werkt. OK!

Omdat ik ‘s ochtends geen tijd meer had om een treinabonnement te regelen ben ik vandaag, hopelijk, voor de laatste keer met de auto naar het werk gependeld. Na de werkdag arriveer ik rond half zeven in Straatsburg, miljaar, nergens een parkingplek, eerste keer dat het zo druk is. Ik rij wat rond en rond en rond, in de wijk want de macaron is gelimiteerd tot het quartier. En ik kom aan verkeerslichten, een T-kruispunt,  maar bizar genoeg zijn er aan mijn kant geen lichten: wtf? Zowel voor mij als naast mij staan de wagens stil dus ik neem aan, zonder veel appetijt, dat ze rood hebben en dat ik dus niet mag twijfelen om van dit moment te profiteren om mezelf uit deze bevreemdende situatie te helpen. Vind een parkeer plekje, twintig meter buiten mijn quartier: denk dat de scriptschrijvers een eureka moment hadden toen ze dit uit hun duim zogen. Morgenvroeg hopen op een plekje en de auto verzetten.

Na het avondeten terug de hort op: te voet naar het station achter mijn abonnement: krijg een in te vullen papier mee om tussen 6u30 & 18u in te leveren in een bureau bij voie 1. Deze queeste begint, vermoed ik, ook te vorderen. Ik besluit dat rare kruispunt eens een bezoek te brengen al heb ik al een vermoeden wat er is misgegaan. Oh boy! Straatsburg heeft namelijk vele eenrichtingsstraten en de rest laat ik aan uw wilde verbeelding over, mijn beste lezertjes. (word wsl max 25jaar)

Bij thuiskomst staat er 20 man in de hal met hun vest aan. !? Gaan allen naar gebouw wat verder voor een klein feestje voor Driekoningen met de traditionele taart en cider georganiseerd door het Amitel. Gezellig! Goed dat ik op dat moment binnenkwam, moet ergens uitgehangen hebben maar niet op gelet.

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

ps: foto’s worden een probleem want heb geen fototoestel, zal zien wat ik kan doen met mijn gsm.

pps: ne soyez pas timide pour commenter 😉

Chaos Delivery

Deze ochtend voor de eerste keer ontbeten in Amitel. Ik heb recht op een kommetje cornflakes, een potje natuur yoghurt, potje compot, en een potje honing of potje confituur voor op het brood te smeren. Gelukkig viel het mee want het is van dattum voor de volgende zes maanden.

Eerste keer ontbijt was maar voorgerecht want de hoofdschotel van vandaag was de eerste stage dag. En die begon fabelachtig. Ik had het adres van Haldex opgezocht via Google Maps. Gewoon Haldex Europe in de zoekbalk geven gaf me al resultaat: 30 rue du Ried, 67720 Weyersheim, France en dit adres komt overeen met wat er op de Haldex website te vinden is. OK, ziet er niet zo moeilijk bereikbaar uit: goede twintig kilometer van mijn verblijfplaats. Ik schrijf de nummers van de te volgen autostrades & nationale banen op en maak een schets van het laatste stuk in de gemeente. Vol goede moed vertrek ik, de goden zijn me gunstig gezind: zowel weer als verkeer rustig. Spoedig ben ik bij mijn bestemming en rij ik door de rue du Ried. Tiens, rare locatie voor een bedrijf zo een residentiële wijk. Hoe groot zou Haldex zijn? Zou dat enkel een administratieve blok zijn, ik dacht nochtans dat er ook een magazijn bij was. Miljaar, ben juist nummer dertig gepasseerd en das een gewoon huis. Auto iets verder geparkeerd en te voet terug. Ja, dit is een gewoon huis, hier is het niet. Daar sta ik dan, iets voor negen uur, mooi op tijd, totaal los van de wereld.

Gedesillusioneerd begeef ik me huiswaarts waar ik me parkeer en een euro in het automaat werp. Terug naar de tekentafel, of in dit geval Google Maps. Na even zoeken valt mijn oog op een andere, niet met eerste verbonden, rue du Ried. Ocharme twee kilometer verder als de eerste. Mail gestuurd naar de baas waarin ik de Google Maps miserie uitleg en die ik besluit met “I will make a second attempt to find you. Hopefully we meet each other soon.” Wat ik toch iets meer professioneel klinken vind  als mijn eerste gedacht: “It seems I am unable to locate the company. Please help!”

Ik spring in mijn auto en rij naar de andere rue du Ried, wat een industriepark  is. Oef, het komt nog allemaal goed. Ik passeer een kruispunt met aan elke zijde een hele hoop pijlen naar bedrijven. Ik parkeer me en besluit op mijn gemak eens te kijken. Linker rue du Ried geen Haldex. Rechter rue du Ried geen Haldex. Nondedomme drukt niet echt uit wat er toen door me ging. Ik besluit te wandelen naar de ingang van het industrie park waar ik bij het binnenrijden een groot infopaneel had opgemerkt. Halleluja: Haldex  bestaat! Ik dacht even dat de boel was opgedoekt en deze blog vroegtijdig zou eindigen.

Twintig na tien kon mijn eerste stage dag beginnen. En ik moet zeggen dat ik hem vrij aangenaam vond. Al vrij veel Frans en Engels gesproken en gehoord dus mijn talen zullen er zeker wel bij varen. Op mijn eerste dag heb ik vooral gekeken en genoteerd, dus hoe het werk is zal ik de komende weken wel ervaren. Maar ik kijk uit naar morgen.

De werkdag eindigde om zes en ik heb mij deze avond vooral bezig gehouden met administratie. De paar dagen Straatsburg zijn al vermoeiend geweest maar wat een avontuur!

Je vous prie d’agréer, Monsieur, Madame, l’expression de mes salutations distinguées.

Robin

On the road

Op de morgen van twee januari vertrok ik iets na zeven richting Straatsburg. Gedurende mijn ongeveer 400 kilometer lange tocht  zou ik de steden Luik, Trier en Saarbrücken passeren. Zo heeft u een idee van mijn route. Er was erg weinig verkeer op de baan, hele stukken zag ik geen enkel ander leven, wat ik erg aangenaam vond. Hoewel de pechstrook en het land rond de autostrade besneeuwd waren, lag de weg er proper bij, het enige wat er was, waren vlekjes op de vooruit door opspattend zoutwater. Zolang het donker was en dit was vrij lang het geval, aangezien de zon zich tot iets na Trier met nog een goede 180 kilometer voor de boeg achter een dik wolkenpak verschool, merkte ik het niet eens. Maar als de lage winterzon op de voorruit schijnt, dan verstrooien de zoutvlekjes het zonlicht en dit is hinderlijk want het belemmert zicht. Goed, ik drukte op de knop om mijn ruiten schoon te maken maar blijkbaar was het waterreservoir leeg en mijn ruitenwissers smeerden de smurrie over mijn voorruit. Met de zon daarop zag ik bijna niets meer en dit aan 130 km per uur. Eventjes schrikken. Aangezien ik het niet echt opportuun vond te stoppen op een besneeuwde pechstrook, heb ik een kilometer of tien verder gesukkeld tot de eerste parking. Daar met een handdoek mijn voorruit spatvrij gemaakt en hopen dat ik de autostrade niet opkom achter een vrachtwagen zodat mijn werk naar de haaien is. Vanaf dan was het elke dertig kilometer even aan de kant om de voorruit proper te maken.

Ik heb geen GPS maar wel een kaart en ik had een vrij goed idee hoe ik moest rijden. Ik wist dat ik naar Saarbrücken moest, daar de Duits-Franse grens over en dan richting Straatsburg. Stoutmoedig vermoedde ik dat er aanwijzingen naar een grote stad als Straatsburg zouden zijn. Saarbrücken is een voorbeeld van een fijn staaltje stadsplanning want het heeft geen ring maar wel een aantal autostrades die doodlopen in haar centrum. Zo ook mijn autostrade: wie zich de omweg van 40 km bespaart, dient doodleuk vijf kilometer door een zone vijftig te rijden met geen enkele richtingsaanwijzing. Ik was vrij verblind door de zon in mijn ogen. Er waren geen lijnen op de grond en hier en daar een schuin kruispunt; ik deed het enige wat ik kon doen: kijken waar de auto voor mij reed. Eenmaal terug op een autostrade besloot ik bij gebrek aan richting Straatburg de enige Franse aanduiding, namelijk Metz, te volgen. Ik wist dat de grens niet ver was en eenmaal in Frankrijk zou ik me wel heroriënteren. Ik reed dus op een autostrade maar plots zie ik een bord met snelheidsbeperking 40. Aangezien ik bijna alleen op de weg was, er niets met de baan scheelde en het nog steeds drie vakken waren, besloot ik langzaam te vertragen naar 80 km per uur of iets in die buurt. En dan zag ik het: grenscontrole! Lang leve het verenigde Europa. Hoe toepasselijk: mijn eerste contact in het Frans in Frankrijk was met een agent. Ik deed men raampje naar beneden en begroette de man vriendelijk met ‘Bonjour’ , hij begon een uitleg waar ik niet te veel van begreep maar ik vatte dat het ging over de snelheid waarmee ik de grens naderde. Ik: ‘Pardon’ en dat mijn kennis van de Franse taal niet zo denderend is. Gelukkig schakelde de man over in vlot Engels en hij vroeg me vanwaar ik kwam, waar ik naar toe ging en waarom. Nadat ik antwoordde kon ik weer vertrekken; ik denk niet dat ik tijdens de trip ergens sneller gereden heb als mijn hartslag tijdens dat gesprek.

Op Franse bodem vond ik richtingaanwijzingen naar Straatsburg. In de wirwar van het klaverblad dat de richtingen Metz en Straatsburg scheidt, maakte ik een fout: oeps. Ik betaalde deze vergissing met tweemaal 40 cent péage om de autostrade af en weer op te rijden. Na een tijdje kwam ik bij een grote péage post maar het automaat zag er anders uit dan bij mijn twee vorige ontmoetingen. Ik zag niet meteen waar ik geld moest in steken en hoeveel: tiens, ik dacht is deze misschien voor mensen met een speciale kaart. Maar na twintig seconden verbijstering viel mijn euro: ik zag een ticketje uit het automaat steken: joink en ja hoor: de barrière die mijn weg versperde verdween in de lucht. Na een kilometer of zestig kwam ik bij de betaalpost: €7,90 was mijn schuld.

Toen ik Straatsburg binnenreed was ik moe en hongerig en wist ik niet meteen waar naar toe. Na even mijn opties te hebben overwogen besloot ik de auto te parkeren in de ondergrondse parking van het station en te voet mijn kot te zoeken. Dit ging verrassend vlot: ik vond mijn kot in een groot halfuur en ondertussen kreeg ik een eerste indruk van Straatsburg. De binnenstad is echt wel prachtig en bruisend: er was heel veel volk op de been.

Ik vond het gebouw van mijn kot en drukte op de bel: geen reactie. Ik drukte nogmaals op de bel: niets; het angstzweet brak bij me uit. Ik kon tussen 10 en 14uur de sleutel ophalen en het was tegen 13uur. Met de moed der wanhoop drukte ik op de bel, dit maal iets langer en de goden waren me gunstig gezind want er werd open gedaan. Oef, wat een opluchting! Ik kreeg een sleutel, een rondleiding en wat uitleg en men zei me dat de bijbehorende administratie voor maandag was: geen probleem voor mij.

Mijn kot ziet er leuk uit, al is het niet groot: ik heb een bureau, een bed en daartussen zou je bijvoorbeeld een matras kunnen leggen maar ik heb wel een eigen toilet en douche, in een badkamer van één vierkante meter. Klein maar gezellig en ik denk dat ik hier probleemloos zes maanden kan wonen. Ik zit op de vijfde verdieping maar dit geeft me geen uitzicht want alle gebouwen in men straat zijn minstens even hoog en ik heb een balkon, wat in de lente misschien nog fijn kan worden met een boek of zo.

Mijn eerste avond in Straatsburg was kort want ik was om half acht in mijn nieuwe bed gekropen aangezien ik totaal uitgeput was en aldus weet ik nog niet hoe deze stad zich ‘s nachts gedraagt.

Genoeg voor vandaag, tot de volgende!

Yours truly,

Robin

Intro

Geachte lezertjes,

ik ben Robin, laatstejaars student toegepaste informatica aan de Provinciale Hogeschool Limburg. Als slot van mijn opleiding dien ik een stage tot een goed einde te brengen. Ik heb gekozen voor een stage van zes maanden in plaats van de gebruikelijke vier en deze uit te voeren in Straatsburg. Deze Franse stad ligt aan de Frans-Duitse grens, die hier wordt gevisualiseerd door de Rijn en met een goede vijf uur rijden van Brussel niet aan de andere kant van de wereld. Met circa 270 000 inwoners is Straatsburg de zevende stad van Frankrijk. Voor meer informatie verwijs ik u naar http://en.wikipedia.org/wiki/Straatsburg of http://nl.wiki… of http://fr.wiki… afhankelijk van de geprefereerde taal. Ik hoop op een hoop interessante ervaringen en dat ik mijn kennis van het Frans en het Engels kan bij spijkeren.

Ik zal stage lopen bij Haldex Europe, een onderdeel van Haldex wat een Zweedse beursgenoteerde multinational is, gespecialiseerd in oplossingen voor de auto-industrie. Ik weet nog niet wat mijn functie precies zal inhouden maar dat zal morgen(4/1/2010) hopelijk duidelijk worden.

Het is mijn intentie om mijn dolle en minder dolle avonturen bij te houden op deze blog.

Feel free to comment, but keep it clean.

Yours truly,

Robin