Bryce Canyon

Na ons ontbijt verlieten we Moab en trokken we west voor een rit van 450 km naar Bryce Canyon City. We arriveerden bij ons hotel rond half een, enkele uren voor het incheck uur. We vroegen onze reservering te bevestigen en toonden onze voucher, het antwoord luidde: verkeerde hotel ^^ Ze waren wel zo vriendelijk  om ons de juiste weg te wijzen 🙂

Na de confirmatie van onze reservering in het correcte hotel lunchten we bij gebrek aan McDo te Bryce Canyon City in Ruby’s Inn Diner. We namen elk het Hot-Dog combo menu wat overprijsde boel bleek te zijn.

Na de maaltijd reden we naar het Sunset Point in het Bryce Canyon National Park en vatten er de Navajo-Peekaboo Combination loop aan, een hiking tocht van acht kilometer. Bij momenten deed mijn voet pijn maar hij hield het en ik was blij dat ik terug kon wandelen, al scheelde het mooie pad een slok op de borrel. De zwelling was er nog maar de paarse kleur was verdwenen. Het landschap te Bryce Canyon is spectaculair en eigenlijk ronduit adembenemend. Ik vond de kleurschakeringen en de geërodeerde rotsen wonderbaarlijk.

Bryce Canyon
Bryce Canyon

Toen de loop beëindigd was en we weer bij de auto waren, kroop ik er vermoeid maar tevreden in. We reden eerst naar Rainbow Point, dan naar Black Birch Canyon en uiteindelijk naar Inspiration Point voor de uitzichtpunten. Super!

We sloten de dag af in een schandelijk dure Subway waar ik de nieuwe Buffalo Chicken probeerde op een footlong Italian Herbs & Cheese broodje.

Yours faithfully,

Robin

Arches National Park

We werden wakker in het Bowen Motel te Moab en begaven ons naar de balie voor het ontbijt. Er stonden enkele tafeltjes tegen de buitenmuur maar deze waren reeds bezet. Ik nam twee kommetjes ontbijtgranen, twee glazen fruitsap en smeerde enkele sneden brood met peanut-butter waarna ik samen met mijn medereizigers op onze kamer ontbeet.

Na het ontbijt reden we naar Arches National Park, wat enkele kilometers ten noorden van Moab ligt. We parkeerden bij het Park Avenue viewpoint, tevens de start van het Park Avenue trail. Ik liet Joeri en Willem op hun eigen tempo lopen en wandelde zelf behoedzaam over het rotspad. Het was geen aangelegd en onderhouden pad maar een route gecreëerd over afgesleten rotsen en de bewegwijzering was in de vorm van hoopjes stenen. Het pad was geen loop maar one-way naar Courthouse Towers Viewpoint. Ik kruiste mijn metgezellen toen zij al op de terugweg waren. Mijn enkel deed pijn maar ik kon het verbijten. De Courthouse Towers waren gelukkig ook met de auto te bereiken en ik liet me daar oppikken door mijn makkers. We reden verder naar Balanced Rock, parkeerden er en maakten een ommetje rond de rots.

Na dit intermezzo zetten we koers naar The Windows Section. Daar aangekomen bezichtigden we de North en South Window en de Turret Arch, weer in twee groepen: the fast & the slow. Ik klauterde wat rond zonder al te veel last van mijn onderste ledematen. Het was ondertussen  al namiddag en honger stak de kop op, dus begaven we ons naar de McDonald’s te Moab voor twee double cheeseburgers en anderhalve liter frisdrank.

Mijn enkel had zich goed gedragen tijdens de voormiddag maar ik voelde dat het genoeg geweest was voor vandaag. Terwijl mijn buddies aan het rondcrossen waren bij de Delicate Arch, het symbool van Utah en de Devil’s Garden, lag ik op mijn bed naar day-time tv te staren. Ik had geluk want er was een movie-kanaal op de tv in onze hotelkamer waar enkele leuke films op werden gespeeld zoals A River Runs Through It, For Your Eyes Only en Bolt.

Joeri en Willem kwamen thuis rond zeven uur en we vierden hun thuiskomst met een bezoek aan Mc Do.  Na weken gebombardeerd te worden met reclames voor het assortiment  Angus-burgers, het uithangbord van Mc Do in de VS, besloten we eindelijk te capituleren en hem te proberen: Mc Angus Deluxe => best burger ever!

Yours faithfully,

Robin

Cayonlands National Park

De wekker liep af om 7 uur, we pakten onze spullen in en vertrokken in noordelijke richting naar Moab. Er was geen free ontbijt in ons hotel aldus aten we niet. We zouden tegen de middag wel ergens een McDonald’s vinden.

De tocht was een grote 200 kilometer en leidde ons doorheen godverlaten stukken Amerika met hier en daar een verdwaalde caravan van een Indiaan. We vonden zelfs geen FM radiostations meer, het enige wat we nog ontvingen was AM 660. Een Navajo zender die Country afwisselde met traditionele Navajo gezangen. In het begin vonden we ze bijzonder maar na een tijdje hingen ze ons serieus de keel uit.

We arriveerden in Moab rond half elf waarna we onze verblijfplaats, het Bowen Motel, op de hoogte brachten van onze aanwezigheid en ons haastten naar de Mc Do iets verder op. We vroegen de verkoopster hoeveel de double cheeseburger kostte want hij was niet aangegeven op de prijslijst.  De smaak van de burger is omgekeerd evenredig met de prijs. Haar antwoord was $1,4 + tax; aldus namen we er elk twee en een large fountain drink aangezien dit establishment free refill kende. Ik startte met 1.5l Fanta strawberry, wat ik me beklaagde gevolgd door 1.5l Dr Pepper light. De Mc Do had een salon waar we ons in de leren zetels zetten en wat teevee keken.

We reden naar het Dead Horse Point State Park. Aan het Visitor Center parkeerden we en ik wandelde wat rond terwijl Joeri en Willem binnen de inkom  van $10/voertuig betaalden; het was immers een State Park. Mijn enkel voelde al wat beter aan als de vorige dag, doch nog niet super, aldus zou ik het rustig aandoen. Na het nemen van enkele foto’s reden we verder naar het Deadhorse Point Overlook voor een adembenemend zicht op de Colorado River.

We zetten koers naar Canyonlands National Park wat bestaat uit drie gedeeltes: the Island in the Sky, the Maze en the Needles. Wegens tijdsgebrek besloten we enkel rond te trekken in het eerst genoemde gedeelte. Het park word gevormd door de samenvloeiing van de Green River en de Colorado River Onze eerste halte was Whale Rock: Joeri en Willem beklommen de rots terwijl ik wat rond slenterde en enkele foto’s trok van mijn metgezellen op de gigantische rots. Vervolgens reden we naar Upheavel Dome en Green River Overlook.

We zagen in de verte de hemel dreigend worden en miet veel later flitsten de eerste bliksemschichten. Het zou niet lang duren eer het onweer ons bereitke. Het stormweer en vooral de bliksem maakten het landschap nog spectaculairder. We reden naar Grand View Point Overlook, een hoog punt in het hart van de storm voor een betere ervaring. ^^ Onderweg begon het te hagelen en zagen we kleine modderstroompjes ontstaan. Eens aangekomen bij het punt wachtten we tot de neerslag getemperd was om uit te stappen. De regendruppels voelden fris aan en het deed best lekker. Het was de eerste regen sinds onze aankomst in de VS. We bewonderden het zicht maar waren teleurgesteld want de parkbordjes verkondigden een ander verhaal dan onze ANWB-gids. De Green River en de Colorado River zijn te diep ingegraven om hen van dit punt te kunnen observeren. 🙁 Op onze weg uit het park hielden we nog even halt bij de Buck Canyon Overloop.

Bij het naderen van Moab sloegen we Highway 128 in die langs de Colorado River loopt en die we volgden voorbij de White Ranch, die diende voor filmlocatie voor John Ford’s Rio Grande uit 1950. We hielden halt toen we Castle Valley zagen liggen en keken een klein kwartier als kleine kinderen naar een regenboog: prachtig. We reden terug naar Moab en checkten in ons hotel in. Hoewel niet luxueus, viel het goed mee en was er gratis ontbijt. Ik liet mijn voet rusten en keek naar de oude James Bond film Dr. No.

We hadden in de stad een eettent gespot die er best leuk uitzag: Eddie McStiff’s. Ik at een Mojo-steak met een baked potato en Vegtables du Jour (Courgettes en paprika) vergezeld van een pint Rock Amber Ale. Joeri idem ditto en Willem koos voor een Pizza Margaritta en een Pepsi. De steak en de Mojo saus smaakten me uitstekend maar de grote aardappel was vrij droog en smaakloos. Het bier, mijn eerste in de VS en dat ik pas kreeg na verificatie van mijn leeftijd, was goed. We sloten te maaltijd af met een Brownie-Wowie: huisgemaakte brownie met vanille ijs, hot fudge en slagroom. Na het nagerecht bleven we nog even nagenieten op het terras. Zonder het te vragen kregen we de rekening gepresenteerd. De serveerster zei wel dat het geen hint was om op te hoepelen maar we waren desalniettemin not-amused. We legden ons geld neer en vertrokken.

Eens in het hotel kropen we in bed want het was reeds tegen twaalf.

Yours faithfully,

Robin

Monument Valley

Op zondag 15 augustus was de zwelling rondom mijn rechterenkel licht afgenomen maar wandelen lukte nog niet. Ik strompelde naar het ontbijt waar ik onder andere acht pannenkoeken binnenspeelde; mijn eetlust was gelukkig al weergekeerd. We checkten uit en reden zo’n 200 kilometer noord-oost op Arizona Highway 160 naar Kayenta. Deze kleine stad in the middle of nowhere waar we maar een maal zullen overnachten stelt niet voor. We arriveerden tegen de middag en lunchten bij McDonald’s. De prijzen waren hier met 1,39 voor een double cheese gelukkig weer redelijk. Ons hotel, de Holiday Inn Kayenta, bevond zich aan de overzijde maar we waren te vroeg om in te checken; dit vormde echter geen probleem voor ons. We bevestigden onze reservatie want als je arriveert na 6 uur ‘s avonds, dan durven Amerikaanse hotels je kamer doorverhuren, ondanks het feit dat je betaalt hebt, en sta je daar mooi, voor een misschien volzet hotel, te koekeloeren.

Hoewel ons hotel in Arizona ligt volgt het niet de Arizona tijd die geen zomeruur kent, maar de Navajo tijd die gelijk loopt met Mountain Time Zone welke ook in Utah gebruikt wordt. Aldus moesten we onze klok een uur vooruit draaien.

We reden noord naar de grens met Utah waar in Navajo Nation het Monument Valley Navajo Tribal Park ligt. Onderweg namen we wat foto’s en na circa 40 km arriveerden we bij het park. Omdat dit park op Navajo land ligt en door hen wordt uitgebaat, gold onze All Access pass niet. Gelukkig voor ons was de entrance fee met $5 per persoon niet onoverkomelijk. Er stond een rij auto’s aan te schuiven zodat we pas na een groot kwartier binnen het park waren. Het park is een rondrit met de eigen auto of met een tourbusje over een onverharde weg vol putten en bulten langs de verschillende Mesa‘s (rotsplateau) De r0ute is 25 mijl en na een moeilijke eerste 10 bereikten we de Three Sisters en het John Ford‘s lookout point. Hier startte een one-way cirkel via de Rain-God Mesa, Thunder Mesa en de Spearhead Mesa.

Het was een erg mooie rit en het leukste was dat ik nergens hoefde uit te stappen om er te kunnen van genieten. Toen er weer asfalt onder onze banden lag, haalden we opgelucht adem dat er geen brokken aan onze auto was.

We reden naar het hotel, checkten in en installeerden ons. Ik legde me op een bed en keek naar, omfg, Transformers 2. Joeri en Willem waren zo goed om me voedzame double cheeseburgers te brengen, en ik? Ik stond niet meer op.

Yours faithfully,

Robin

Grand Canyon

Ik werd wakker en voelde onmiddellijk mijn voet. Ik stond op en begaf me als een kreupele naar het ontbijt. Dit was vrij uitgebreid met ontbijtgranen, verschillende fruitsappen waaronder vers geperst sinaasappelsap, verse fruitsalade en warme pannenkoeken met siroop. Het enige wat ontbrak was een plateau, aldus jongleerde ik met drie borden.

Na de maaltijd kroop ik terug naar de kamer waar ik een onwelriekend zalfje  op mijn enkel smeerde. Ik hinkte naar de auto en we reden naar de verschillende uitzichtspunten van de South Rim. Bij het eerste, het Yavapai Point, liet ik Willem en Joeri op hun eigen tempo gaan en deed ik een inspanning om het voetje voor voetje te halen. Toen ik mijn metgezellen kruiste tijdens hun terugtocht besefte ik dat het voor mij voor enkele dagen over-and-out was. Bij de overige viewpoints bleef ik ofwel in de auto zitten ofwel bleef ik er dicht bij. Het zicht op de Grand Canyon kon mijn gedachten verzetten want het is onwezenlijk mooi in al zijn grootsheid.

‘s Avonds aten we bij een Amerikaanse hamburgerketen genaamd Wendy’s. Ik bestelde een Tripple with cheese en een Strawberry Frosty Shake. De Tripple is beter dan de Tripple Whopper van Burger King maar kan qua smaak/prijs verhouding niet tippen aan de double cheese burger van McDonald’s.

De rest van de avond vulde ik spijtig genoeg doorop mijn bed te liggen en te kijken als een zombie naar draken van films: het flauwe Drumline gevolgd door een deel van Transformers: Revenge of the Fallen, die ik afzette toen mijn twee gezellen lagen te ronken.

Yours faithfully,

Robin

To the River

Op vrijdag de 13de wekte de wekker ons om 4u30 ‘s ochtends, waarna we met veel moeite uit ons bed klauterden. De zwelling van mijn linkerknie was afgenomen maar hij deed nog steeds pijn en mijn schoenen waren niet langer zeiknat maar toch nog licht vochtig. We droogden de koude waterflesjes die in een ijsbad lagen af, aten een halve sub en vulden onze rugzakken. We reden naar het park en om 5u35 begonnen we vol goede moed aan een tocht die ons van het plateau naar de Colorado rivier zou leiden. Een tocht die ons afgeraden was in het visitor center en waar er vele waarschuwingsborden over neergepoot waren.

Na minder dan een kwartier sloeg het noodlot toe in de vorm van een omgeslagen rechterenkel. Ik ging neer; dit overkomt me normaal nooit, maar vandaag, tijdens het summum van onze reis, dus wel. Ik vermande me, kroop kwaad recht en daalde verder af. Vijf minuten later herhaalde de geschiedenis zich en sloeg ik opnieuw mijn rechterenkel om. 🙁 Ik ging, harder als de eerste maal, neer. Ik voelde een helse pijn, schreeuwde het uit en vervloekte alle goden, maar ik weigerde op te geven: niet vandaag, niet in de Grand Canyon. Ik stond op en ondanks bevreesd te zijn voor een reeks van drie, die me dan de genadeslag zou geven en waarna ik misschien niet enkel een kruis zou mogen maken over de dag maar ook over de reis, daalde ik, traag en heel voorzichtig, verder af. Het deed zeer maar ik zou het verbijten. Om mijn metgezellen niet in mijn val in ongenade mee te sleuren zei ik dat ze gerust mochten verder gaan op hun eigen tempo om zo de rivier te bereiken want voor mij zat dat er waarschijnlijk niet meer in. Joeri die in beestige vorm was, ging erop in en daalde alleen af. Omdat het toch niet zo veilig was en overal wordt afgeraden de groep op te splitsen, lieten we hem beloven ten laatste om 10 uur rechtsomkeer te maken en aan de beklimming te beginnen. Willem die wat last had van zijn knie ( wat een bende invaliden zijn we toch ) besloot bij mij te blijven. Toen we om acht uur en na vier en halve mijl marcheren/manken het Indian Garden rustpunt bereikten, zetten we ons neer, aten we wat en overwogen we onze opties want hier splitste het pad zich op. Willem koos het pad naar Plateau Point wat een prachtig zicht over de rivier geeft van op 500m hoogte. Ik daarentegen besloot alsnog te trachten de rivier te bereiken, al was het nog ver. We namen afscheid en ik trok verder. Na een uur bemerkte ik een rode stip die naderde: het rode T-Shirt van de Joeri. Hij had de rivier reeds bereikt en was bezig aan de terugweg. Hij vertelde me dat het nog minstens een uur doorstappen was en dat het pad lastiger werd en doorheen mul zand leidde. Ik kon de Colorado River horen stromen in de verte, het klonk magnifiek en Joeri zei dat het zicht dat eveneens was; maar het was te ver. De noodzakelijke beklimming uit de Canyon zou nu al lang duren en hoewel het nog maar negen uur was, voelde ik de zon al branden. Ze zou enkel maar intenser worden en de temperatuur verder de hoogte in jagen. Ik gaf op en aanvaardde met pijn in het hart mijn nederlaag. Ik zou de Colorado River niet bereiken.

Ik rustte even op een rots en vatte samen met Joeri de beklimming aan. Niet veel later ontmoetten we enkele Amerikaanse toeristen die nog in Waterloo gewoond hadden, aldus onze taal herkenden en België fantastisch vonden. 🙂

Tegen kwart na tien waren we weer bij de Indian Garden waar we onze dorst lesten aan een kraan en ik mijn laatste stukje chocolade, dat reeds aan het smelten was, op. De gekoelde waterflesjes hadden het tot nu beschermd tegen smelten, maar nu het kwik over de 30 steeg, was er geen houden meer aan. Van de 10 halve liter flesjes waren er 6 opgebruikt en ik vulde ze bij. De kwaliteit van het plastiek was echter van abominabele kwaliteit en twee flesjes hadden een gaatje in hun bodem gekregen van leeg in mijn rugzak te liggen en daar de speelbal te zijn van de schokken en de volle flesjes. Desalniettemin vulde ik ze en droeg er een in elke hand met de bodem naar boven. Ze zouden de eerste slachtoffers van mijn ongetwijfeld terugkerende dorst worden.

Mijn beide benden deden pijn. Ik spaarde zoveel mogelijk mijn rechterenkel maar hierdoor belaste ik mijn gezwollen linkerknie en door de vreemde stappen die ik zette om beide te ontlasten, ontwikkelde ik blaren. Er lagen nog een paar uur klimmen voor de boeg: het zou afzien worden.

Om 13u40 bereikten we de eindstreep. Ik had het overleefd maar was kapot. Joeri daarentegen was nog tip-top. 🙂 Willem was al even boven, hij het Plateau Point bereikt en daarna in een ruk, zonder te rusten, naar de top geklommen. Ik kroop, bijna op handen en voeten de auto in en we reden naar de General Store, waar mijn metgezellen chocolade en frisdrank kochten terwijl ik in de auto bleef zitten.

In het hotel nam ik op mijn gemak een douche en liet mijn enkel in het koude water baden. Hij zag er leuk uit. De rest van de avond spendeerde ik op mijn bed met mijn voet op een kussen, hopend op een spoedig herstel.

Yours faithfully,

Robin

ps: foto van mijn enkel na een dag:

Sedona & Grand Canyon

We ontbeten in ons hotel te Scottsdale en het smaakte. We lazen de USA Today en ripten er een pagina met alle staten erop uit. Sinds het begin van de trip houden we bij van welke staten we al een nummerplaat hebben gezien. Het statenoverzicht vergemakkelijkte dit secondary objective van onze reis.

We zetten koers naar de Grand Canyon en onderweg stopten we in Sedona want het Slide Rock State Park is daar gelegen aan de Oak Creek. Slide Rock staat bekend om  zijn natuurlijke glijbanen over gladgepolijste rotsen en is dus een uitgelezen plek om te zwemmen. We parkeerden de auto in het park en wandelden langs de Oak Creek stroomopwaarts tot we een meertje vonden. We doken het koude water in en trokken wat baantjes. Dankzij de warme zonnestralen droogden we snel toen we uit het water waren en op de rotsen lagen. We trokken verder stroomopwaarts over de rotsen. Ik trachtte op een rots in de rivier te springen maar miste de rots op een haar en kwakte in het water waarna ik enkele meters werd meegesleurd tot ik eruit kon klauteren. Mijn schoenen waren volledig doorweekt. Ik liet ze even drogen maar dat bracht weinig soelaas, we keerden dan maar terug naar de auto. Toen we er bijna waren, gleed ik lichtjes uit en stootte mijn linkerknie keihard tegen een scherpe rots met een vingerdiepe kloof en een gezwollen knie tot gevolg. Ik mankte verder naar de auto, smeerde daar wat ontsmettingsmiddel op de getroffen knie en plakte er een pleister over. Wat niet zichtbaar is, bestaat niet! ^^

We reden verder Noord naar het Grand Canyon National Park. In het Visitor Center vroegen we naar de locatie van ons hotel, we hadden immers geen duidelijke gegevens op onze voucher, en informatie over onze geplande hike tocht van de volgende dag. Ze raadden ons formeel af om naar de Colorado rivier en terug te trekken in een dag: het is gevaarlijk en er was vorige week nog iemand gestorven van uitputting / uitdroging tijdens die tocht. Hij had wandelen in een temperatuur van minstens 38 graden Celsius onderschat. De horrorverhalen en de vele waarschuwingsborden konden ons niet op andere gedachten brengen. We waren zeker van onze capaciteiten en indien we ons goed voorbereiden dan zou het zeker lukken. We hadden een massa waterflesjes en wisten dat we die onderweg konden bijvullen op de verschillende rusthutten. We zouden ook chocolade kopen in de locale supermarkt voor snelle suikers, het enige wat ontbrak was een lunchpaket. Spijtig genoeg is er nergens in de South Rim van de Grand Canyon een Subway te bespeuren. De GPS gaf er een aan op 50 mijl! Maar wat is nu circa 80 km (enkel) voor een goede Sub 🙂 Zot als we zijn stapten we in de auto en scheurden naar de Subway, We aten een footlong sub als avondmaal en bestelden elk nog eens drie footlongs voor de volgende dag.

We keerden terug Noord naar de Canyon en zochten waar onze wandelroute, het Bright Angel Trail, startte zodat we de volgende ochtend geen tijd zouden verliezen. We vonden het zonder veel problemen en zagen de op handen zijnde queeste helemaal zitten.

Ons hotel lag zo’n tien mijl ten zuiden van het park in de gemeente Tusayan. Het lag verborgen achter een IMAX bioscoop, daarom hadden we het niet gezien toen we er passeerden op weg naar het Park. Aangezien we geen frigo op onze kamer hadden, plunderden we het, gratis, ice vending machine in de hotelgang van onze kamer en vulden ons bad met ijs om er onze waterflesjes in te leggen en daarna vulden we onze lavabo om er de subs in te leggen. Alles zou lekker koud zijn de volgende ochtend, We kropen vroeg ons bed in want we hadden de wekker op 4 u 30 gezet om zoveel mogelijk kilometers af te leggen in de frisse ochtend uren.

Yours faithfully,

Robin

Phoenix

In de ochtend van 11 augustus checkten we uit in het Sheraton Hotel te Tucson en ontbeten iets verderop in een Dunkin Donuts. We bestelden een dozijn donuts voor ons drieen en lieten de verkoopster de doos samenstellen uit de verschillende soorten. Ze smaakten, doch niet geweldig. Na de maaltijd reden we ongeveer 250 kilometer noordwaarts naar Phoenix, de hoofdstad van Arizona. Ons hotel lag in Scottsdale, een toeristisch voorstadje van Phoenix met zo’n 300 duizend inwoners en vele exclusieve winkels.

Het inchecken verliep zoals gewoonlijk vlot en de kamer, gelegen naast het zwembad, was mooi. We reden circa 20 kilometer oostwaarts naar Apache Junction om daar Highway 88, ofwel het Apache Trail, te volgen naar Canyon Lake. De route was adembenemend. We hielden even halt aan het meer, namen enkele foto’s en vochten tegen de goesting om erin te duiken, maar in dat geval moesten we een recreation pass kopen en daar hadden we dan weer geen zin in. We keerden op onze sporen terug en lasten een rustmoment in bij Goldfield, een verlaten mijnstad uit de 19de eeuw die  is omgevormd tot een toeristische attractie. We slenterden tussen de saloons en andere Western gebouwen en sloten ons bezoek af met een ijsje. Ik koos voor een bol Pecan-Caramel en een bol Chocolate-Cherry.

We reden naar het centrum van Phoenix en parkeerden de auto op een publieke parking in Washington Street. We propten een vijf dollar biljet in een genummerde box wiens nummer overeenkwam met het nummer van onze parkeerplek. In ruil mochten we de hele dag er staan. Het lijkt me een dol, moeilijk te controleren systeem.

Bij het verlaten van het terrein werden we aangesproken door een Ambassador of Phoenix. Hij gaf ons een plattegrond van de stad en adviseerde ons om even bij het visitor center binnen te wippen want daar werden gratis flesjes water uitgedeeld. We incasseerden onze flesjes en we trokken naar Old State Capitol, Wesley Bolin Memorial Plaza en het Arizona Mining and Mineral Museum. Nadat we deze sites bezichtigd hadden, marcheerden we enkele kilometers oostwaarts langs Washington Street, onze auto passerend, naar het Rosson House in het Heritage and Science Park. Het was intussen rond zes uur maar het was nog steeds erg heet en onze waterreserves waren al even op. We konden aldus wat voedsel en verfrissing verdragen en zochten een Subway op voor een footlong sub en een large fountain drink (1l).

Nu de honger gestild en de dorst gelest was, brachten we een bezoek aan de Desert Botanical Garden. De vele cactussen en andere woestijnplanten waren bijzonder mooi in de ondergaande zon. We namen naar hartenlust foto’s en verbleven in het park tot iets na 20 uur toen we op de hoogte werden gesteld van de nakende sluiting.

Op weg naar het hotel sloegen we water in bij een Walgreen, waar we de 24/7 Drive Tru Pharmacy een bevreemdend zicht vonden. We kochten twee pakketten van 28 halve liter flesjes. Dorst zou geen probleem meer mogen zijn voor de volgende dagen. We sloten de dag af met een warme duik in het zwembad.

Yours faithfully,

Robin

Tucson

Het was tijd om San Diego te verlaten. We stonden om half zeven op om een laatste maal te ontbijten in La Quinta. Joeri tapte een beker deeg om een wafel te bakken en zijn creatie smaakte niet slecht. We pakten onze spullen in, checkten uit het hotel en zetten koers naar Tucson, Arizona. Deze trip was met zijn circa 650 kilometer de langste van de reis maar was dankzij de brede, goede wegen niet zo vermoeiend en er zat vaart achter. Onze Interstate ligt dicht bij de Mexicaanse grens en we merkten dit  want we moesten tweemaal aan een Border Control post stoppen. De eerste maal konden we gewoon doorrijden na eens vriendelijk te knikken, de tweede maal werden onze paspoorten gecontroleerd.

Rond de middag hielden we halt aan een Mc Donald’s en ik bestelde drie double cheeseburgers en een Strawberry-Banana Smoothie. Willem nam een fountain drink en in dit restaurant werden we voor de eerste keer geconfronteerd met het free refill fenomeen. Voor $1 dollar kreeg hij een beker en deze mocht hij zoveel bijvullen aan de tapkraantjes als hij wou!

We hervatten onze trip maar niet veel later doemde in de achteruitkijkspiegel een Highway Patrol 4×4 op die ons aanmaande te stoppen :s Bij het naar de freeway rijden hadden we twee kruispuntjes overgestoken, we hadden een volledig overzicht en er waren in geen velden of wegen andere voertuigen te bespeuren, aldus waren we niet tot volledige stilstand gekomen bij de stopborden aan de kruispunten. Een agent had dit gezien en zette de achtervolging in. Hij vroeg de papieren van de auto en Joeri’s rijbewijs. Het zou ons $500 kunnen kosten, $250 voor elk genegeerd stopbord :s We kwamen er gelukkig vanaf met een verbale waarschuwing 🙂 Ik vond het spijtig dat dit zo vroeg in de reis gebeurde, ik had er rekening mee gehouden dat we ergens wel tegengehouden zouden worden en er dan een eerste maal vanaf zouden komen met een waarschuwing, waarschijnlijk ik wegens speeding. Nu stonden we al geregistreerd na een week. De Amerikaanse chauffeurs zijn allen vrij braaf naar Europese normen. Bijna iedereen houdt zich aan de snelheid, stopborden worden gerespecteerd en er wordt gestopt voor voetgangers aan zebrapaden, zelfs al is de overstekende voetganger nog 15 meter verwijderd.

We reden verder naar Tucson en kwamen bij ons hotel aan rond twee uur in de namiddag. Het Sheraton hotel zag er mooi uit met een lobby waar verschillende computers stonden opgesteld en een Starbucks filiaal aanwezig was, er was tevens een zwembad en een fitness ruimte. We kregen een wodka cocktail aangeboden bij het inchecken. Ik smaakte geen alcohol maar het goedje was desalniettemin erg lekker en ik werkte het in enkele tellen naar binnen waarna de vriendelijke receptioniste mijn beker bijvulde.

Toen we geïnstalleerd waren, reden we naar Downtown Tucson. We parkeerden in Congress Street, een van de hoofdstraten, en liepen naar de Cathedral of Saint Augustine. Na dit vrij mooie gebouw volgden Placita Village en het Sosa-Carrillo-Freemont House.

We trokken Noord naar het Pima County Courthouse waar ik een blik Dr Pepper kocht voor 60 cent en nog maar eens 200 dollar uit een Bank of America ATM haalde. Ons fototoestel melde ons intussen dat zijn geheugenkaart vol was. Aangezien we downtown Tucson min of meer gezien hadden, keerden we terug naar het hotel om de geheugenkaart te wisselen. Toen dit gebeurd was reden we naar de Sentinel Peak, iets ten Oosten van de stad. Deze berg gaf ons een schitterend uitzicht over de stad en haar omgeving. Vervolgens reden we naar Saguaro National Park, we parkeerden de auto en dolden wat tussen de rotsen en cactussen. Toen we uitgeraasd waren en terug bij de wagen kwamen, ontmoetten we Joe. Deze man van ongeveer vijftig jaar droeg een Hulk-hemd  en een Jamaica-hoedje en eens hij ons taaltje hoorde, begon hij spontaan een conversatie. Hij was erg geïnteresseerd in België, haar voedsel, haar politieke situatie en haar globale sociale tendensen. We waren meer dan bereid zijn vragen te beantwoorden en op zijn beurt vertelde hij, een Afro-Amerikaan zijnde, over de Black Panter Movement. Na een klein half uur namen we afscheid en hervatten we onze tocht.

Eens terug in het hotel, chillden we wat maar iets na middernacht leidde onze honger ons naar een Subway. Njam ^^

Yours faithfully,

Robin

San Diego Zoo

Op 9 augustus sliepen we eens uit en ontbeten we op ons gemak in het hotel, naar onze normen toch, want iets na negen stonden we aan te schuiven bij werelds grootste dierentuin: de San Diego Zoo! We namen een kaart en zochten de meest efficiënte route om alle wezens te zien, rekening houdend met shows die op bepaalde tijdstippen startten. We volgden eerst het Monkey trail gevolgd door het Tiger trail maar bij deze liet de hoofdact zich spijtig genoeg niet zien. Om half twaalf woonden we de zeeleeuwenshow bij waarna we ons blauw betaalden voor een belegd broodje in kinderformaat. Na het middagmaal bezichtigden we de Savanne beesten en om half twee waren we aanwezig bij een vogelshow, die best knap in elkaar zat. Maar het meest memorabel was een kalf dat doodserieus rechtstond en een antwoord gaf op de gespeeld onwetende show host’s vraag: ‘Is er iets gaande achter mij?’  Wat later werkte hetzelfde kalf mee aan de ‘vogel pakt dollar briefje uit je hand’-truc, alleen liet hij niet los en aldus was de vogel ervan door met een half briefje 🙂

De grote panda was cool om te zien al moesten we er even voor aanschuiven. Het was de eerste maal dat ik er een in het echt zag, hetzelfde voor een ijsbeer, al kon deze evengoed een pop geweest zijn, want hij lag daar als een zak patatten. De Indische phyton en de anaconda waren ook fijn om te zien, al houd ik niet echt van opgerolde bewegingsloze dieren. Het mooiste vond ik bij gebrek aan tijger, de sneeuwluipaarden. Toen we ons rond zes uur naar de uitgang begaven, stootten we op een troep acrobaten. Hun show gaf een leuk slot aan de dag.

We hadden honger en reden naar een Taco Bell, we hadden er al heel veel reclame op de radio over gehoord en omdat we niet weigerachtig stonden ten opzichte van Mexicaans voedsel, dachten we waarom niet en gingen we ervoor. We namen elk het combo menu met drie tacos supreme en een large fountain drink. Ik vulde mijn beker met Fruit Punch maar het smaakte erg artificieel. De taco’s waren niet slecht maar ook niet spectaculair en we hadden ze wat groter verwacht. Om deze lichte teleurstelling door te spoelen, begaven we ons naar de dichtstbijzijnde McDonald’s voor twee double cheeseburgers. ^^

Yours faithfully,

Robin